ZEG WEET JE T AL ? 1 |
Een fluistren gaat door Neerlands dreven: Nu zul je goorte pret beleven! Wie t groote nieuws juist heeft gehoord, zegt het vlug aan andren voort. |
De melkboer heeft t het eerst vernomen, is bij zijn klanten r mee gekomen, zoodat nu iedereen het weet en van de pret zijn hoofd vergeet. |
De bakker, de slager, de groenteman weten er ook alles van. Zeg, weet je t al? Zeg weet je t al? Zoo klettert t als een waterval. |
En t nieuws rolt voort als een lawine met dregelmaat van een machine. Een ieder roept: Zeg weet je t al? De Yankees steken dra van wal! |
Ze komen langs lucht- en waterwegen, om Neêrland even schook te vegen; Ze geven de Duitschers op hun snuit en gooien hen ons landje uit. |
Dan brengt een vloot van zeekasteelen een overvloed om uit te deelen: cornedbeaf, bacon, ham en worst en Schotsche whisky voor den dorst. |
Koffie, thee, sigaretten, sigaren, cacao, chocola, koloniale waren, alles wat schaarsch is in dezen tijd, wordt met gulle hand verspreid. |
En als toppunt der sensatie verschijnt de glorie van de natie deftig en statig op de rêe en brengt ook Haar regeering mee. |
Bolsjewieken, kapitalisten, geloovigen en antichristen zorgen voor den nieuwen tijd van louter geluk en zaligheid! |
Zeg, weet je t al? Zeg weet je t al? Zoo vraagt men juichend overal en wordt balloorig van t gesmoes; half Nederland leeft in n roes! |
Helaas, dit maakt een groot verschil: het gaat vaak ànders dan men wil! Dat leerdal in den ouden tijd de Nederlandsche nuchterheid. |
Omdat het stellig ànders gaat, volg daarom dezen goeden raad: Luister niet naar dat gesnater, want na een roes... komt steeds de kater |
Want weet U t al? Ja, weet U t al? Een inval is geen Carnaval en geloof maar, binnen vier, vijf dagen wordt t D u i t s c h e leger niet verslagen. |
En weet U t al? Ja, weet U t al? De Atlantik-wal, die staat pal! Wie Duitschland uit ons land wil keeren, moet t tevens door de lucht probeeren. |
Dus merkt U t al? Ja, merkt U t al Een vlieger is geen nachtegaal! Die laat beslist iets anders vallen, men merkt het niet alleen aan t knallen. |
Als zoo een vogel eens iets doet, veeg je t niet zoo maar van je hoed. Zelfs dallerdikte steenen muren kunnen zoon vrachtje niet verduren. |
Hoe zou t dàn wel moeten gaan met huizen, die op palen staan, waar kelders geen bescherming geven en die reeds van den luchtdruk beven? |
Stel U eens voor, zoon bomaanval verbreekt IJmuidens sluizenwal! Dan bruist de Noordzee, losgelaten, razend door dAmsterdamsche straten! |
De afsluitdijk gaat naar de maan, er is geen houden of remmen aan! Het land, ontwoekerd aan de zee, wordt n massagraf voor mensch en vee! |
Nu weet U t wel, nu weet U t wel! Bij n inval komt U in de knel; in plaats van n toppunt van verrukking raakt Neêrland slechts in de verdrukking. |
EPILOOG |
En de moraal van dit verhaal: een inval brandt de landen kaal en dompelt het in watersnood, is burgers armoe, burgers dood. |
Mooi Nederland heeft geen belang te raken in het krijgsgedrang. Zij die t geweld in t land verkiezen, zelf hebben zij niets te verliezen. |
Zij zitten warm in Engeland en stoken van den overkant, om U met hun schijnschoone plannen voor hun doeleinden in te spannen. |
Zij willen terug naar Nederland! Al is het kaal en uitgebrand, al gaat het over Uwe lijken, dát doel slechts willen zij bereiken! |
Uw voordeel interesseert hen niet, Uw ongeluk, dat deert hen niet. Als een van hen dus stemming kweekt, is t t vosje dat de passie preekt. |
LEEST VOORAL NIET D E G I L VERKRIJGBAAR AAN ALLE KIOSKEN |
K 1300 |
[1] | Op mijn exemplaar staat met potlood de datum 12 Juni 1944 geschreven. Of deze knittelverzen door W.H.M. van den Hout zijn geschreven, zoals wel wordt beweerd, betwijfel ik: Willem had de eigenaardigheid om inplaats van te schrijven, hier treffen we echter in plaats van aan; ook de spelling van het persoonlijk voornaamwoord U (met hoofdletter dus) is niet des Willems; al blijft het natuurlijk mogelijk dat de (onbekende) uitgever een vinger in de pap heeft gehad. |