Blz. 53 : | [...]
De lijst van hen die gearresteerd moesten worden was in Londen opgesteld door het ministerie van justitie. De Algemene Lastgeving was overigens interessanter door wie er niet, dan wie er wel in vermeld stonden. Zo ontbraken ekonomische kollaborateurs om onverklaarbare redenen. Kruls noch De Quay verbeterde deze fout. Ook de volgelingen van Arnold Meyer die op een koncept-lijst uit 1941 nog wel prijkten, bleken eind ‘44 buiten de prijzen te vallen. Al werd de leider van Nationaal Front zelf wel geïnterneerd en zeer coulant behandeld. Even zag het er eind ‘44 nog naar uit dat Nationaal Front op de lijst zou komen van verboden fascistische organisaties. Omdat de bezetter het front eind 1941 al had opgeheven, liet het MG 1 de zaak maar rusten. Een hoge funktionaris hakte eind april ‘45 de knoop door. Vooral in verband met de ‘konsekwenties voor een aantal verdienstelijke figuren', moest ‘in deze zaak maar niet veel geroerd worden'. Ongetwijfeld had men daarbij De Quay in het oog, die in ‘40/ ‘41 niet veel anders had gezegd dan Arnold Meyer. [...] |
Blz. 242 : | [...]
In de redaktie van De Gil, het kwasi-illegale blad, dat zich fel afzette tegen de NSB en zich daarom bij het grote publiek in |
Blz. 243 : | een warme belangstelling mocht verheugen, werkte ook de zoon van de door de illegalen gelikwideerde commandant van het Legioen Nederland, de oud-chef-staf van het Nederlandse Leger generaal Seyffardt. Het blad, dat geraffineerd propaganda maakte voor de Duitsers, haalde een oplaag van ongeveer 200.000 exemplaren. Seyffardt werd tot vier jaar veroordeeld.
W. H. M. van de Hout, de eindredakteur van De Gil, werd voor tien jaar uit de journalistiek gesloten. Na de bevrijding schreef hij onder het pseudoniem Willy van der Heide de veelgelezen serie Bob Evers-boeken. Na voor de oorlog al lid van Zwart Front te zijn geweest, liep hij over naar de NSB 2, waar hij propagandaspreker werd. Halverwege de bezetting werd hij echter uit de NSB verwijderd. Van de Hout was ook verantwoordelijk voor de Gilclub. Dit was een namaak illegale radiozender, die tegen het eind van de oorlog onvervalste jazz uitzond en even onvervalste Duitse propaganda. Van de Hout is voor zover nagegaan kon worden, nimmer gestraft. [...] |
Blz. 246 : | [...]
Het radiobedrijf was door en door fout. Sibbekunde, volks, bloed en bodem, Blokzijl; kwartieren voor de SS, WA, NSB, Deutsche Stunde, Wehrmachtkonzert, oorlogsverslaggeving van het Oostfront waren schering en inslag. Er werd funeste propaganda uitgezonden. 13 mei ‘43 besliste Rauter dat alle ontvangtoestellen verbeurd werden verklaard. Alleen Duitsers, NSB-ers en verwanten van frontstrijders mochten hun toestel houden. De radiodistributie bleef intakt. De Rijksradio verloor in één klap ruim twee-derde van zijn luisteraars. De ruim honderdduizend radiodistributieaansluitingen die er bijkwamen, wogen niet op tegen het verlies van meer dan één miljoen toestellen. Op 1 juni ‘43 ging Hilversum 2 uit de lucht. De voormalige KRO-studio werd toen gebruikt als opnamestudio voor o.m. het Utrechts Stedelijk Orkest dat o.l.v. Willem van Otterloo opnamen maakte die via de zenders Luxemburg en Bremen werd uitgezonden. Hetzelfde deed Dick Willebrants die zowaar verboden Amerikaanse muziek mocht spelen. Na DoIle Dinsdag werd het grootste deel van het omroeppersoneel op wachtgeld gezet. Er werden toen alleen nog maar platen gedraaid 3. Blokzijl bleef en af en toe waren er toespraken van Mussert. Gebrek aan stroom maakte tenslotte geregelde uitzendingen onmogelijk. [...] |
Blz. 249 : | [...]
De regering Gerbrandy ontsloeg op 5 mei ‘45 en-bloc het personeel van de Rijksradio de Nederlandsche Omroep. Van de ruim 700 personeelsleden in vaste dienst, bleken achteraf slechts 129 tot de NSB te hebben behoord (18%). [...] |
Blz. 249 : | [...]
Omdat radio-medewerkers geen ambtenaren waren, kon tegen hen op grond van het Zuiveringsbesluit niet worden opgetreden. [...] In overleg met de regering stelde prof. Oranje een zuiveringscommissie voor het personeel in. De regering beloofde de uitspraken te sanctioneren. De zuiveringskommissie voor het radiopersoneel bemoeide zich alleen met de beoordeling van hen die weer in dienst wilden komen bij een van de omroepen of radio Herrijzend Nederlad. Wie geen funktie meer ambieerde bij de radio, bleef buiten |
Blz. 250 : | schot.
[...] |
Blz. 2542 : | [...]
De zuiveringskommissie was van mening, zo blijkt uit de uitspraken, dat het lidmaatschap van de Kultuurkamer alléén niet strafbaar was. Dat gold niet voor hen die zich bij een van de gilden hadden aangemeld. Het lidmaatschap van de NSB was uiteraard voldoende voor langdurige uitsluitingen. Volgelingen van Arnold Meyer waren straffeloos, als ze uiterlijk op 22 juni 1941 hadden bedankt. Dit was de datum waarop de Nationaal-Fronters werden opgeroepen zich te melden voor de strijd tegen het bolsjewisme. Het zich opgeven voor een van de kleinkunst-cursussen werd laakbaar geacht. Dat gold ook aan het meewerken aan foute hoorspelen, reportages van nationaal-socialistisch karakter, propaganda-avonden voor de Rijksradio, het Muziekfeest, de dagen van de omroep, Politiek Cabaret en de kameraadschapsavonden. Verslaggevers, leidinggevende technici en omroepers die daaraan hadden meegewerkt werden voor korte of langere tijd ‘uitgezuiverd'. Personeelsleden die artikelen hadden geschreven voor het programmablad ‘De Luistergids', waarvan de Telegraaf-columnist dr. Smit hoofdredakteur was, werden daarvoor niet gestraft. Slechts weinigen van het personeel zijn voor lange tijd uitgezuiverd. Zo mochten omroepers die Mussert of Blokzijl hadden aangekondigd voor een bepaalde termijn niet als omroepr voor de mikrofoon komen. [...] |
[1] | Militair Gezag. |
[2] | W.H.M. van den Hout is nooit lid geweest van de N.S.B.! |
[3] | De Radio Gil-Club dateert echter van na Dolle Dinsdag; hierin werden niet alleen platen gedraaid! |