Blz. 109 : | [...] Omstreeks diezelfde tijd werd echter nog eens aangetoond, dat de Duitse propaganda niet zo stompzinnig hoefde te zijn als uit deze en andere voor- |
Blz. 110 : | beelden zou blijken. Er lag in de kiosken opeens een geheel nieuw blad, De Gil. Het trok van verre al de aandacht door zijn opvallend grote koppen, die nu eens niet de Duitse onoverwinnelijkheid en Hitlers genie uitbazuinden. Integendeel, het leek warempel wel of het een Engels-Amerikaans propagandablad was. In werkelijkheid was de quasi anti-Duitse tekst een bijzonder geraffineerde poging om het nu eens anders te doen dan voorheen. Wie het blad kocht wist eerst niet waar hij aan toe was. Er stonden nota bene de teksten in van Engelse en Amerikaanse liedjes, die al drie jaar lang tot de verboden lectuur behoorden. Het venijn, de anti-propaganda, door Nederlanders bedacht, door Nederlanders opgeschreven, was op uitermate subtiele wijze verpakt. Er zijn van De Gil veertien nummers verschenen. De oplage schommelde tussen de 150 en 200.000.
Letterlijk tot het laatste moment heeft de Duitse propagandamachine doorgedraaid. Op 30 april 1945, enkele dagen vóór het einde van de oorlog noemde de Deutsche Zeitung in den Niederlanden de berichten dat Himmler met de geallieerden in verbinding zou zijn getreden om de capitulatie van de Duitse troepen voor te bereiden ‘Unsinnige Gerüchte'. De Duitse radiozender Festung Holland, op 245 meter opererend, sprak smalend over een ‘Lügenfilm' van domme berichten. Propaganda tot het bittere eind. Alleen de Nederlandse Omroep deed al lang niet meer mee. Na Dolle Dinsdag was het hele instituut als een kaartenhuis in elkaar geklapt. Wie ook maar een beetje boter op zijn hoofd had nam de benen en een handjevol Duitsers met een kleine technische staf Nederlanders (aan wie een ‘Dienstverpflichtung' was opgelegd) namen de lopende zaken waar en dat betekende, dat er alleen nog |
Blz. 111 : | grammofoonplaten werden gedraaid, afgewisseld met nieuwsberichten.
Wel werden er nog enkele perfide pogingen gedaan om via de ether verwarring te zaaien. Daar was bijvoorbeeld de zender Mary of Arnhem, die simpelweg de BBC-uitzendingen relayeerde, maar deze wel doorspekte met eigen nieuws, in voortreffelijk Engels voorgelezen. Ook was er De zender van bet bevrijde Zuiden met zogenaamd nieuws uit Brabant en Limburg, maar dan wel met reportages waarin Nederlanders hun beklag deden over bet schandelijke gedrag van de geallieerde militairen. Op deze wijze probeerde men de uitzendingen van Radio Herrijzend Nederland te doorkruisen, een zender, die onder auspiciën van het Militair Gezag berichten uitzond, die in de eerste plaats bedoeld waren voor het bevrijde zuiden, maar ook elders in Nederland werden ontvangen. Nog tijdens de bezetting was deze zender in het diepste geheim bij Philips gebouwd en snel bedrijfsklaar gemaakt, toen Eindhoven was bevrijd. Soortgelijke misleidende uitzendingen verzorgde trouwens ook Willem W. Waterman (in na-oorlogse jaren alias Willy van der Heide), de redacteur van het blad De Gil, al vanaf juli 1944. Achthonderdduizend radiotoestellen waren in 1943 in beslag genomen. Toen de bevrijding kwam bleken daarvan ongeveer 400.000 vernietigd of onbruikbaar te zijn geworden en er waren er 250.000 naar Duitsland verhuisd. Rond honderdduizend toestellen konden worden teruggegeven. De resterende vijftigduizend, zo bleek uit de administratie, waren cadeau gedaan aan de Wehrmacht en aan Duitse soldatenvrouwen, wier huis door een bombardement was getroffen. Toen de Canadezen in mei 1945 bevrijd Nederland binnentrokken, hingen de affiches, die opriepen dienst te nemen bij de SS nog op de reclamezuilen. In de kelders van de Utrechtse drukkerij, waar jarenlang de NSB-drukkerij Nenasu gevestigd was geweest lagen duizenden brochures en boeken tot de zolder opgestapeld - nazilectuur, die aan de straatstenen niet te slijten was geweest. Het verdween bij scheppen vol in de locomobiel, die de generator aandreef om stroom op te wekken, zodat de persen weer konden draaien ten behoeve van de nieuwe kranten. [...] |