Pallas 3 ,
3 : LOUKIANOS : GODENGESPREKKEN
APOLLO 2 | Waarom lach je, Hermes 3? |
HERMES | Omdat ik zeer belachelijke dingen heb gezien, Apollo. |
APOLLO | Vertel het dan, opdat ik zelf ook kan meelachen, nadat ik het gehoord heb. |
HERMES | Afrodite 4 is betrapt, terwijl zij samen met Ares 5 was en Hefaistos 6 bond hen vast, nadat hij hen betrapt had. |
APOLLO | Hoe (zit dat)? Want het is duidelijk dat jij een iets leuks zult vertellen. |
HERMES | Omdat hij die dingen, denk ik, al lange tijd wist, wilde hij hen betrappen, en nadat hij een onzichtbaar net over het bed had geplaatst, werkte hij, nadat hij was weggegaan naar de oven; daarna ging Ares ongemerkt, naar hij meende, naar binnen, maar Helios 7 zag hem en zei het tegen Hefaistos. Toen zij het bed in waren gegaan en bezig waren en binnen het net waren gekomen 8, snoerde het net hen in, en verscheen Hefaistos. Zij dan - zij was immers toevallig naakt 9- wist uit schaamte niet hoe ze zich moest verbergen, maar Ares probeerde eerst weg te vluchten en hoopte het net te zullen doorscheuren, maar daarna, omdat hij had begrepen dat hij zelf gevangen zat, smeekte hij (hem) 10. |
APOLLO | Wat dan? Maakte Hefaistos hen los? |
HERMES | Nog niet, maar nadat hij de goden bij elkaar had geroepen, toonde hij hun het overspel; en zij, beiden naakt, bloosden met neergeslagen ogen, terwijl zij waren vastgebonden, en het schouwspel scheen mij zeer aangenaam, omdat de daad zelf bijna gebeurde. |
APOLLO | Schaamde die smid 11 zich ook zelf niet, omdat hij de belediging van zijn huwelijk toonde? |
HERMES | Bij Zeus 12, hij lachte zelfs, terwijl hij bij hen stond. Ik echter, als het nodig is om de waarheid 13 te zeggen, was jaloers op Ares, niet alleen omdat hij een verhouding had met de mooiste godin, maar ook omdat hij met haar was vastgebonden. |
APOLLO | Dus ook vastgebonden zijn zou jij in die omstandigheden hebben verdragen? |
HERMES | Zou jij het niet verdragen hebben, Apollo? Ga maar kijken: want ik zal je prijzen, als jij niet ook zelf gelijke dingen wenst, nadat jij (haar/ze) 14 gezien hebt. |
HERMES | Waarom ben je bedroefd, Apollo? |
APOLLO | Omdat ik ongelukkig in de liefde ben, Hermes. |
HERMES | Zoiets is verdriet waard, maar waarom ben jij ongelukkig? Kwelt de toestand met Dafne 15 jou nog? |
APOLLO | Helemaal niet: maar ik rouw om een geliefde, de Spartaan, zoon van Oibalos 16. |
HERMES | Vertel mij, is de oorzaak dan dat Hyakinthos 17 dood is? |
APOLLO | Inderdaad. |
HERMES | Door wie, Apollo? Wie was zo hardvochtig dat hij die mooie jongen doodde? |
APOLLO | De daad is van mij zelf. |
HERMES | Was jij dan buiten jezelf, Apollo? |
APOLLO | Nee, maar er gebeurde een of ander ongeluk waar ik niets aan kon doen. |
HERMES | Hoe? Want ik wil de manier horen. |
APOLLO | Hij leerde discuswerpen en ik 18 wierp discus
met hem, maar de meest vervloekte wind, Zefyros 19, was ook zelf allang verliefd op Hyakinthos, en omdat hij geen aandacht kreeg en de afwijzing niet verdroeg, deed hij die dingen. Ik wierp de discus omhoog,
zoals wij gewoon waren, maar hij liet de discus met een windvlaag vanaf het Taygetos-gebergte 20 neerkomen op het hoofd van de jongen, zodat er door de klap veel bloed stroomde en de jongen onmiddellijk stierf. Maar ik wreekte me meteen op Zefyros door pijlen af te schieten, hem achtervolgend tot aan de berg, terwijl hij vluchtte, en voor de jongen legde ik ook het graf aan in Amyklai 21, waar de discus hem trof. En ik zorgde ervoor dat de aarde uit het bloed een zeer aangename bloem 22 deed groeien, Hermes, die én het rijkst bloeit van alle bloemen én nog bovendien letters heeft die het lijk bejammeren. Maak ik op jou de indruk zonder reden verdrietig te zijn? |
HERMES | Ja, Apollo: want jij wist dat je een sterveling tot je geliefde had gemaakt: daarom moet jij niet rouwen om zijn dood 23. |
3 : LOUKIANOS : LOUKIOS OF DE EZEL
[1] | Deze tekst is afkomstig uit de Qe`wn Diavlogoi (=Godengesprekken), een van de 5 werken van Loukianos. 17 is het officiële nummer van het onderhavige Godengesprek, zoals we die in wetenschappelijke uitgaven tegenkomen. |
[2] | (Phoibos) Apollo (Lat. (Phoebus) Apollo) is een zoon van Zeus en Leto en werd geboren op het eiland Delos. Hij is de god van het licht, de god van kunsten en wetenschappen en van een plotselinge dood bij mannen. Men kan hem herkennen aan: een lier, de negen Muzen, een lauwerkrans en/of een esculaap; hij wordt vanaf de zesde eeuw v.C. vaak afgebeeld als ideaalbeeld van de mannelijke schoonheid als naakte jongeman. |
[3] | Hermes (Lat. Mercurius) is een zoon van Zeus en de nimf Maia. Hij is de bode van de goden, en als zodanig ook god van de reizigers, handelaren en dieven; ook begeleidt hij de doden naar de Onderwereld (en voert dan de naam Hermes Psychopompos). Men kan hem herkennen aan: vleugeltjes aan zijn hoofd of helm, vleugeltjes aan zijn voeten of sandalen en een kerykeion (=hermes- of mercuriusstaf). |
[4] | Afrodite (Lat. Venus) is een dochter van Zeus en Dione en de vrouw van haar halfbroer Hefaistos; zij werd geboren uit het schuim van de zee, volgens de legende in de buurt van Cyprus: vandaar haar bijnaam Cypris en de wijdverbreide Afrodite-cultus op dat eiland. Zij is de godin van liefde en schoonheid. Men kan haar herkennen aan: haar zoontje Eros (of Cupido), een duif of een zwaan en aan het feit dat zij als een van de weinig vrouwen/godinnen naakt wordt afgebeeld. |
[5] | Ares (Lat. Mars) is een van de twee zonen uit het huwelijk van Zeus en Hera. Hij is de god van de (wilde, onbesuisde) oorlog; Grieken moesten in hun bestaan veel oorlogen voeren, maar ze hielden er niet van, in tegenstelling tot de Romeinen, die dol waren op het voeren van oorlog; vandaar dat de Romeinse Mars vele malen populairder was dan de Griekse Ares. Men kan hem herkennen aan zijn wapenrusting en/of een haan. (In een uitgebreidere versie van het Ares-/Afrodite-verhaal is Alektryoon de vriend van Ares, die hem zou waarschuwen op het moment dat Hefaistos er aan kwam; dat gebeurde niet, waarop Ares Alektryoon voor straf in een haan (Gr. ajlektruwvn veranderde, die nu iedere morgen moet kraaien). |
[6] | Hefaistos (Lat. Vulcanus) is de andere zoon uit het huwelijk van Zeus en Hera en getrouwd met zijn halfzus Afrodite. Hij is de lelijkste van alle goden (en dus getrouwd met de mooiste van alle godinnen, die hem echter veelvuldig bedroog, o.a. met Hefaistos eigen broer Ares), maar als smid van de goden maakt hij in zijn ondergrondse werkplaats de mooiste wapens (die dan weer overeenkomen met de schoonheid van zijn vrouw), en hij is de god van het vuur. Men kan hem herkennen aan de smidswerktuigen en soms ook aan zijn gezelschap van Cyclopen, die hem helpen met smeden. |
[7] | Helios (Lat. Sol) is de zonnegod, zoon van Hyperion en Theia. Helios behoort niet tot de Olympische goden. |
[8] | Polysyndeton en trikolon. |
[9] | Gezien haar bezigheid zal Afroditie heus niet zó toevallig naakt zijn! |
[10] | Vul aan het lijdend voorwerp aujtovn. |
[11] | Apollo heeft zoveel minachting voor het gedrag van Hefaistos, die zijn overspelige vrouw aan alle goden toont, dat hij hem hier niet bij zijn eigen naam noemt, maar de minachtende woorden die smid gebruikt. |
[12] | Zeus (Lat. Iuppiter) is de zoon van Kronos en Rheia. Hij is de oppergod en tevens god van de donder (en bliksem). Men kan hem herkennen aan een of meer bliksemschichten en/of een adelaar. |
[13] | tajlhqe;~ (=to; ajlhqe;~) : krasis. |
[14] | Vul aan het lijdend voorwerp aujth;n (slaat op Afrodite) of aujta; (slaat op die dingen). |
[15] | Dafne was de dochter van de riviergod Peneus en de nimf Kreousa in Thessalië, of - volgens anderen - van de riviergod Ladon in Arkadië (en een onbekende moeder). Apollo werd zo verliefd op haar, dat hij haar achternazat; om aan haar stalker te ontkomen, veranderden de goden haar in een laurierboom (Gr. davfnh). Sindsdien draagt Apollo een lauwerkrans, zodat hij Dafne altijd bij zich heeft. |
[16] | Oibalos (en niet Oibales, zoals het Hulpboek ons wil doen geloven) was een mythische koning van Sparta, en getrouwd met Gorgophone (die weer een dochter van Perseus en Andromeda was). Sommige bronnen, w.o. deze Godengesprekken, noemen deze Oibaolos inderdaad als vader van Hyakinthos. |
[17] | De verschillende bronnen melden verschillende ouderparen van Hyakinthos: koning Pieros van Macedonië en de Muze Kleio, koning Amyklas van Sparta en koningin Diomede óf koning Oibalos van Sparta en koningin Gorgophone. Over de manier waarop Hyakinthos omkwam, zijn de diverse bronnen het gelukkig wél eens. In Sparta werden iedere zomer spelen ter ere van Hyakinthos gehouden, de Hyakinthia: deze duurden drie dagen (een dag om te rouwen over zijn dood, twee dagen om zijn wedergeboorte - in de vorm van een bloem - te vieren. |
[18] | kajgw; (=kai; ejgw;) : krasis. |
[19] | In Griekenland en Rome hebben de acht windstreken allemaal aparte namen; zij worden ook alle acht als goden voorgesteld, zonen van de Titanen Astraios en Eos, de dageraad. Zefyros (Lat. Favonius) is de westenwind. De overige windstreken en bijbehorende goden heten in het Grieks resp. Latijn: Skeiron/Corus, de noordwestenwind; Boreas/Aquilo of Septentrio, de noordenwind; Kaikias/Caecius, de noordoostenwind; Euros/Vulturnus, de oostenwind; Apeliotes/Apeliotus, de zuidoostenwind; Notos/Auster, de zuidenwind (sirocco); Livas/Africus, de zuidwestenwind. |
[20] | De Taygetos is een maximaal 2400 m hoge bergketen in het zuiden van de Peloponnesos, die Lakonië (Sparta e.o.) van Messenië (Pylos e.o.) scheidt. |
[21] | Amyklai is een dorpje ten zuidwesten van Sparta. |
[22] | In ieder geval gaat het hier níet om onze hyacint, maar waarschijnlijk om een of andere lelie- of irissoort; de bladeren van de bloem vormen (met enige fantasie) de letters AIAI, de letters van de traditionele Griekse jammerklacht. |
[23] | Moraal van Hermes verhaal: Eigen schuld, dikke bult. |
[24] | ouj pollai`~: litotes. |
[25] | Palaistra is de dienares van Hipparchos, gastheer van Loukios; Loukios begon een relatie met deze Palaistra om haar zover te krijgen dat zij hem hielp om zijn nieuwsgierigheid naar een metamorfose te bevredigen. |
[26] | Loukios is een jongeman uit Patras, die zo dolgraag eens een metamorfose wil zien; daarom bevindt hij zich nu in Thessalië, bij Hipparchos en diens vrouw; laatstgenoemde staat bekend als tovenares. |
[27] | ajggevllei: praesens dramaticum, praesens historicum oftewel ooggetuige-praesens. |
[28] | kajgw; (=kai; ejgw;) : krasis. |
[29] | Hipparchos en zijn vrouw. |
[30] | ajnairei`tai kai; profevrei: tautologie. |
[31] | Vul aan het lijdend voorwerp aujthvn. |
[32] | th;n yuch;n: accusativus respectus, accusativus limitationis oftewel: accusativus van betrekking. |
[33] | In één opzicht is Loukios doel dus wel bereikt: hij weet nu dat hij, ondanks zijn metamorfose, nog steeds een menselijke geest heeft; vgl. tekst 1b, rr. 4-5. |
[34] | Die noemen we prospectie of een prospectief element. |
[35] | Een groep rovers, die Loukios, de andere ezel en het paard hadden buitgemaakt; zie inleiding op blz. 38. |
[36] | Zó toevallig is het dus niet dat die verloofde is meegekomen! |
[37] | N.B.: tai`~ i{ppoi~: vrouwelijk, dus: merries! |
[38] | Menseneten, door Loukios gejat. |
[39] | De twee koks van Menekles, die Loukios hadden gekocht. |
[40] | balanei`on: hoewel het verhaal in Griekenland (Thessalië) speelt en men daar uiteraard nog steeds Grieks spreekt, is Griekenland in de tijd van Loukianos (± 120 - ± 180 n.C.) een Romeinse provincie; de Romeinse invloed blijkt hier door de aanwezigheid van thermae. |
[41] | Die meester van de twee koks heet Menekles, een rijke man uit Thessalië; hij zal in tekst 5a e.v. ook Loukios eigenaar worden. |
[42] | Ook hier blijkt dat het verhaal in de Romeinse tijd speelt (vgl. noot 40): garum, de beruchte Romeinse vissaus. |
[43] | ejgkerasavmeno~: medium: iedereen mengde de wijn voor zichzelf, aan tafel; logisch, omdat iedereen een andere smaak heeft. |
[44] | De oppasser, die Menekles, Loukios nieuwe baas, heeft aangesteld om Loukios te bewaken en te verzorgen. |
[45] | De drachme was van de zevende eeuw v.C. t/m 31 december 2001 n.C. het betaalmiddel in Griekenland; oorspronkelijk stond een drachme gelijk aan het dagloon van een arbeider. |
[46] | Menseneten dus. |
[47] | ouj mevtria kekthmevnh (niet weinig dingen bezittend): litotes. |
Naar de vragen bij de Loukianos-teksten uit dit hoofdstuk. |
Naar de indexpagina van Pallas 3. |
Naar de Situs Graecus. |
Naar de Situs Classicus. |
Online =
Nu online =
Max online =