Fortuna 3 ,
5 : Martialis, bijtende epigrammen
[1] | De Romeinse I staat voor: boek I van de Epigrammaton libri XII; de Arabische 13 staat voor: gedicht 13 uit genoemd boek. |
[2] | Casta ... Arria : hyperbaton. |
[3] | Caecina Paetus was iemand die deelgenomen had aan de opstand van Scribonianus tegen keizer Claudius (41-54 n.C.) in 42 en vervolgens gedwongen werd zelfmoord te plegen; zijn vrouw heette Arria; we kennen ditzelfde verhaal ook van Plinius Minor, die de informatie over de zelfmoord persoonlijk had gekregen van Arrias kleindochter Fannia. De woorden Non dolet, Paete zijn spreekwoordelijk geworden. |
[4] | Eigenhandig. |
[5] | Qua = aliqua (na si: Na si, nisi, num en ne gaat ali niet met quisje mee). |
[6] | Het gedichtje gaat over een strenge leraar. |
[7] | Manius Curius Dentatus ( 270 v.C.) was de legeraanvoerder die o.a. een eind maakte aan de 3e Samnitische Oorlog en die de Senones en Lucaniërs - stammen in Noord- resp. Zuid-Italië - versloeg. |
[8] | Marcus Furius Camillus (* ± 446, 365 v.C.) nam de Etruskische stad Veii in in 396 v.C. en sloeg aanvallen van de Galliërs in 390 en 367 af. |
[9] | Qui : relativum met ingesloten antecedent : degene die, wie. |
[10] | Merum is de term voor ongemengde wijn, terwijl vinum wordt gebruikt voor wijn, die aangelengd is met water; de term vinum komt veel vaker voor, dus blijkbaar was het gebruikelijker om wijn met water te drinken dan ongemengde wijn. |
[11] | D.w.z.: tot de volgende ochtend. |
[12] | Adversatief asyndeton: om de tegenstelling te benadrukken. |
[13] | Quis = aliquis (na si: Na si, nisi, num en ne gaat ali niet met quisje mee). |
[14] | Adversatief asyndeton: om de tegenstelling te benadrukken. |
[15] | Diaulus is een Griekse naam; artsen waren bijna altijd van Griekse afkomst. |
[16] | .(Adversatief) Asyndeton. |
[17] | Medicus ... vispillo (vs. 1) / vispillo ... medicus (vs. 2) : chiasme. |
[18] | ... et ... et ... (vss. 1-2) / nec ... nec ... nec (vs. 4) : polysyndeton; trikolon. |
[19] | Sexte, nihil debes / nil debes, Sexte : chiasme. |
[20] | Quis = aliquis (na si: Na si, nisi, num en ne gaat ali niet met quisje mee). |
[21] | Post(h)umus was een vrij vaak voorkomende bijnaam, die aan kinderen werd gegeven, die pas na de dood van hun vader geboren werden. |
[22] | Basia das aliis / aliis das dextram : dubbel chiasme. |
[23] | Das numquam / semper promittis : chiasme. |
[24] | Van narratur hangt de n.c.i. Cinna ... scribere af. |
[25] | Er heeft weliswaar een dichter Gaius Helvius Cinna bestaan, maar die leefde ruim een eeuw eerder dan Martialis, dus die kan hier niet bedoeld zijn; misschien een nakomeling, of gewoon een verzonnen naam? |
[26] | Praedia solus / solus nummos : chiasme. |
[27] | Massica : de wijnen van de Mons Massicus - een bergketen die ongeveer halverwege Rome en Napels ligt - waren in de oudheid beroemd. |
[28] | Caecuba : de wijn van de Ager Caecubus - een duinachtig gebied dat zich uitstrekt langs de kust van Latium tussen Velletri en Terracina - werd beschouwd als de allerbeste Romeinse wijn; de Griekse redenaar Athenaeus schrijft in zijn Deipnosophistae (Filosofen aan het diner) dat deze sterke, zoete wijn pas na vele jaren tot volledige rijpheid komt, hetgeen kan kloppen met Martialis bewering dat Candidus Caecuba uit het jaar van Opimus, d.w.z. 121 v.C., komt. Blijkbaar een uitstekend wijnjaar, maar in Martialis tijd moet die wijn dan al bijna 200 jaar oud zijn geweest! Deze oude, dure wijn is dus voor Candidus ongetwijfeld meer een statussymbool dan iets om te drinken. |
[29] | Vss. 1 t/m 5: parallellie. |
[30] | De laatste zin bevat het aprosdokèton, een onverwachte wending, zoals zo vaak in de epigrammen van Martialis. |
[31] | Qui: relativum met ingesloten antecedent. De vertaling van het antecedent (jij...) zit opgesloten in eras. |
[32] | Een raaf is zwart, een zwaan (meestal) wit. |
[33] | Proserpina (Grieks: Persephone) speelt in de Romeinse mythologie uitdrukkelijker de rol van godin van de dood dan in de Griekse, waar zij eigenlijk alleen maar de echtgenote van Hades (Lat. Pluto) is. |
[34] | Natibusque cluinibusque : tautologie, misschien om te benadrukken dat Martialis dit het aantrekkelijkste lichaamsdeel van Chloë vond? |
[35] | Et ... et ... -que ... -que ... et ... -que ... -que ... et ... : polysyndeton, om te benadrukken dat de schrijver echt álles op gelijke wijze kan missen. |
[36] | Dus niet! Als Martialis Chloë écht had kunnen missen, had hij niet zo in details hoeven treden, sterker nog: had hij natuurlijk helemaal geen woorden aan haar vuil gemaakt! |
[37] | Thais nigros / niveos Laecania : chiasme. |
[38] | Thais nigros ... niveos Laecania (vs. 1) / emptos ... suos (vs. 2) : chiasme. |
[39] | Philo : een Griekse naam, waarschijnlijk een vrijgelaten slaaf. |
[40] | Cras ... cras : repetitio of anafoor (anaphora). |
[41] | De Parthen leefden in het huidige Iran, plus delen van aangrenzende landen (Zuid-Turkmenistan, West-Afghanistan, West-Pakistan, Oost-Saoedi-Arabië, Koeweit, Oost-Irak, Oost-Syrië, Oost-Turkije, Armenië en Azerbeidzjan). |
[42] | De Armeniërs leefden in het huidige Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Noord-Iran, Noord-Irak, Syrië, Libanon en Oost-Turkije. |
[43] | Priamus was in de Ilias de koning van Troje, ten tijde van Homerus (9 of 10 eeuwen vóór Martialis!) al een oude man. |
[44] | Nestor was in de Ilias en de Odyssee de koning van Pylos, ten tijde van Homerus (9 of 10 eeuwen vóór Martialis!) al een oude man. Met het noemen van de namen Parthos, Armenios, Priami en Nestor wil Martialis zichzelf profileren als poeta doctus. |
Naar de indexpagina van Fortuna 3. |
Naar de Situs Latinus. |
Naar de Situs Classicus. |
Online =
Nu online =
Max online =