Hohenstein-Ernstthal, Rote Mühle 1: De molen op de noordelijke helling van de Lungwitzer Höhe werd zoals gezegd al in 1697 gebouwd door koopman Johann Simon (* 1655 , 1730), de stichter van Ernstthal. In 1707 was de molen eigendom van Simons schoonzoon, Johann Christian Gottschall, waarschijnlijk als bruidschat; in 1710 kreeg hij na een verbouwing ongeveer het uiterlijk zoals hij dat nu nog steeds had kunnen hebben, als ... als ... Na Gottschall volgden uiteindelijk nog zestien molenaars, onder wie in Karl Mays tijd - om precies te zijn van 1858 tot 1883 - Carl Heinrich Uhlig, de vader van Anna (uit »Die Juweleninsel«). De laatste molenaar, Karl Otto Uhlig (jr.) ( 1986), een kleinzoon van Carl Heinrich, nam de molen in 1932 over van zijn vader, eveneens Karl Otto Uhlig (sr.) geheten; de laatste zak gemalen meel verliet de molen in 1955, maar bleef nog in gebruik tot 1986. Enkele decennia later ligt de molen er treurig bij, hoewel Wolfgang Hallmann (* 10 december 1947) en Christian Heermann (* 11 september 1936, 27 november 2017) ons in 1992 in het boek »Reisen zu Karl May« nog troostten met de mededeling dat een uitgebreide reconstructie op til stond. © foto 2023 |