|
Krippen, Friedrich-Gottlob-Keller-Straße: Blik op Bad Schandau vanuit Krippen. Nadat Karl May en Klara May-Beibler wed. Plöhn Mays eerste echtgenote uit Villa „Shatterhand” en uit Mays leven hadden verdreven, maakten zij van 17 t/m 30 september 1903 samen met zijn „goede vriend”, advocaat Rudolf Bernstein (* 25 juli 1858, † 9 november 1932) en diens vrouw Emmy, een reisje naar de Sächsische Schweiz. Ze logeerden drie nachten in het „Hotel auf der Bastei”, vervolgens in „Gasthof Meißner Hochland” in Lohmen en waarschijnlijk in nog andere hotels of pensions. Ze bezochten o.a. de Bastei en omgeving (17-19 september), de Waltersdorfer Mühle in het Polenztal en de Hockstein (22 september), Hohnstein (23 september), de Lilienstein (24 september), Stürza, Stolpen, Brand, nogmaals Hohnstein en het Polenztal (25 september), de Reingrund, de Wettinstein, het Hochwald, de Knotenweg, de Uttewalder Grund, het Uttewalder Felsentor en Waldidylle (26 september), de Amselgrund van Rathewalde en Rathen (27 september), weer het Polenztal en Schandau (29 september) en tenslotte de Schwedenlöcher, de Amselgrund, Rathewalde en Reinwiese (30 september) (Wolfgang Hallmann und Christian Heermann, »Reisen zu Karl May«, pp. 67 en 69). Volgens het dagboek van Klara May werden de kosten van dit reisje volledig door Karl May gedragen. © foto 2017 |
|