Bingerbrück: Karl May zal vanaf het station van Bingerbrück wellicht een blik op deze Maüseturm hebben geworpen, maar daar verder niet al te veel bij hebben gedacht. Volgens een plaatselijke legende heeft de toren zijn naam te danken aan bisschop Hatto II van Mainz ( 18 januari 970, van 968 tot 970 aartsbisschop van Mainz). Deze zou tijdens een hongersnood de arme mensen hulp uit zijn goed gevulde korenkamers geweigerd hebben; hij zou het bedelende volk zelfs in een schuur opgesloten hebben, die zijn handlangers vervolgens in brand staken. Het geschreeuw van de stervende gevangenen zou hij met de honende woorden Horen jullie hoe de korenmuisjes piepen? afgedaan hebben. Volgens diezelfde legende zouden er op dat moment duizenden muizen uit alle hoeken te voorschijn zijn gekropen en over de tafel en door de vertekken van de foute bisschop hbben gekrioeld. Hatto zou daarop met een schip de Rijn op zijn gevlucht, naar de toren, maar ook daar achtervolgden de muizen hem om hem in levenden lijve op te vreten. In de tijd van de Rijnromantiek pakten schrijvers als Clemens Brentano (voluit: Clemens Wenzeslaus Brentano, * 9 september 1778, 28 juli 1842), Victor Hugo (voluit: Victor-Marie Vicomte Hugo, * 26 februari 1802, 22 mei 1885) en Ferdinand Freiligrath (voluit: Hermann Ferdinand Freiligrath, * 17 juni 1810, 18 maart 1876) deze legende op. Het is dus zeer waarschijnlijk dat Dr. Euchar Albrecht Schmid (* 29 augustus 1884, 15 juli 1951) en Franz Kandolf (* 6 november 1886, 19 juni 1949) de legende kenden en hierdoor geïnspireerd werden tot het sterk veranderde einde van »Deutsche Herzen - Deutsche Helden«, want in de Gesammelte Werke-versie werd de schurk Florin aan boord van het Turkse schip, de Ördek (Eend), levend opgevreten door ratten. © foto 2024 |