Lugau, Gottes-Segen-Schacht-Straße 49:
    Het voormalige administratie- annex vakbondsgebouw van de mijn Gottes Segen ⚒ is nu in gebruik als woonhuis. De mijn wordt door Karl May genoemd in »Der verlorne Sohn oder Der Fürst des Elends. Roman aus der Criminal-Geschichte«. De kolenmijn ligt daar in de buurt van een „naburig dorp”, waarvan de naam niet wordt genoemd, en is eigendom van Baron Franz von Helfenstein.
    © foto 2024


Google
www op deze website