München, Maximiliansplatz 21: Na deze toeristische hoogtepunten van de stad, die Karl en Emma May hoogstwaarschijnlijk ook hebben gezien, toen ze op 4 en 5 juli 1897 nog anoniem over de Münchner straten konden wandelen, keren we terug naar de route die Wieland Schnürch (* 1953) op p. 8 van het door hem uitgegeven boek »Karl May und München«. Karl May is, voor zover we weten, zeven keer in München geweest: van 4 t/m 10 juli 1897, van 24 t/m 29 maart 1898 (beide keren met Emma May), van 29 t/m 31 juli 1900 (op de terugreis van zijn grote Oriëntreis, samen met Emma May en het echtpaar Plöhn), van 21 t/m 27 augustus 1902 (met Emma May en Klara Plöhn-Beibler), van 9 t/m 14 september 1902 (zonder Emma May, maar met zijn liefje Klara Plöhn-Beibler), van 11 t/m 19 september 1907 en van 9 t/m 11 december 1909 (beide laatste keren met diezelfde Klara, die toen zijn tweede vrouw was). Nadat hij en zijn liefje Karls wettige echtgenote hadden achtergelaten in Hotel Penegal op de Mendelpas, keerde het tweetal op 29 augustus 1902 terug naar Radebeul, om vervolgens op 9 september 1902 weer terug te gaan naar München. Om daar anoniem hun gang te kunnen gaan nam het overspelige paar zn intrek niet in de gebruikelijke hotels Trefler of Leinfelder, maar eerst een of twee nachten in Hotel Rheinischer Hof en later in het Park-Hotel aan de Maximiliansplatz, dat nog duurder en luxer was dan de eerder genoemde hotels. Karl schreef zich in als Dr. Friedrich. Het hotel bestond tot het einde van de jaren 50, maar daarna werd de Commerzbank in het gebouw, dat geheel nieuw werd opgetrokken, gevestigd; tegenwoordig zit er een Italiaans design-inrichtingswinkel op de begane grond. © foto 2023 |
![]() |