|
Penang (Pulau Pinang: George Town):  De eerste verrassing is dat Penang geen plaats is, zoals je uit »Und Friede auf Erden« („in Penang”, niet „auf Penang”) zou kunnen afleiden. Penang - tegenwoordig Pulau Pinang („Betelnoot-Eiland”) - is de naam van een dichtbevolkte staat in het noordwesten van Maleisië, die al 6000 à 5000 jaar geleden werd bewoond door Melanesische stammen. De staat bestaat uit een deel op het vasteland en een deel op het eiland Penang; de hoofdstad is George Town. De moderne geschiedenis van het gebied begint in 1786 als de British East India Company het koopt en er een vrijhandelshaven sticht die samen met Singapore en Malacca (het huidige Kota Melaka) ressorteert onder het Straits Settlements, dat vanaf 1867 een Britse kroonkolonie was; George Town ontwikkelt zich tegen het eind van de 19e eeuw tot een van de belangrijkste overslaghavens van Zuidoost-Azië. Net voor de onafhankelijkheid in 1957 verkreeg George Town als eerste in Maleisië de status van stad; in 1969 werd de status van vrijhaven echter ingetrokken door de Maleisische overheid, hetgeen enorme werkloosheid tot gevolg had. Industrialisatie zorgde ervoor dat de staat eind jaren ’90 van de vorige eeuw economisch groeide. De hele staat beslaat 1049 km² waar tijdens de volkstelling van 2020 1.740.405 mensen woonden, oftewel 1659,11/km², waarvan de meeste op het eiland woonden; in de stad George Town woonden op dat moment 794,313 mensen, in de agglomeratie 2.844.214, hetgeen de stad tot de tweede van Maleisië maakt. De inwoners zijn vooral werkzaam in de industrie en dienstverlening. |
|