Karl May, oplichter of idealist?

De boodschap van Old Shatterhand


anoniem 1


Karl May een oplichter of een idealist? Van beide standpunten kan men de aanhangers bij tientallen opsommen. Toen de schrijver van de befaamde Indianenboeken in 1899 een proces tegen een zijner uitgevers was begonnen, en dit proces een hele nasleep van nieuwe processen ontketende, waarbij Karl May’s niet bepaald vlekkeloze jeugd in het geding kwam, brak een stroom van schimpartikelen los die zo zij niet schande spraken van zijn gevangenisjaren, dan toch op zijn minst May’s Winnetou-boeken als bloederig, prikkelend, smaakbedervend en leugenachtig aan de kaak stelden. Daarentegen heeft het Karl May, vooral onder zijn landgenoten, zelden ontbroken aan verdedigers, die de lans opnamen voor de brave verteller, die in zijn Old Shatterhand-figuur en in tal van andere helden een zedelijk ideaal schilderde, dat eerder ten profijte dan tot schade van de lezende jeugd geschapen scheen.

Zo heeft de gestalte van dr Karl May steeds gezweefd tussen verguizing en bewondering. Wie vooral lette op Karl May’s kweekschool- en onderwijzerjaren, meer doorgebracht in de cel dan tussen de schoolbanken, en wie daarenboven alles wat de schrijver aan fantasie en heldencultus ten toon spreidde interpreteerde als leugen en grootspraak, kon geen goed woord voor hem hebben. Maar wie in het werk van Karl May goed en slecht tracht te onderscheiden, wie na de mislukte jeugd een wending ten goede wil constateren en wie in zijn, deels fabriekmatig afgeleverde boekenproductie althans een gedeelte ontdekt, dat van positief paedagogische waarde is, zal de eenzijdige veroordelaars ongelijk moeten geven.
Men handelt onrechtvaardig door May zonder meer een oplichter te noemen. Evenmin behoeft men echter „de idealist May” slaafs te bewonderen zoals bijvoorbeeld Hitler en zijn opper-nazis het in hun grote dagen gedaan hebben. Er zijn in deze gecompliceerde schrijversfiguur te veel kanten om hoe dan ook tot een eenzijdig oordeel te komen.

Eenzijdig

Dat is wat we tegen het boek „Old Shatterhand” hebben, dat in de Opvoedkundige Brochurenreeks van de R.K. Kweekschool te Goirle het licht zag. (Uitg. Drukkerij R.K. Jongensweeshuis, Tilburg). De schrijver van dit werkje, de heer F. C. de Rooy 2, heeft de goede bedoeling Karl May op een verantwoorde wijze te zuiveren van alle blaam. De methode die hij daartoe kiest, is echter allerminst geëigend om de lezer van de waarheid zijner conclusies te overtuigen. In zijn bewondering op grond van May’s werk is hij even eenzijdig als de verguizers het waren op grond van May’s leven. Aantijgingen tegen het gedrag van May wuift hij wat al te gemakkelijk weg, ertegenover stellend wat hij aan citaten uit de 65 boeken 3 van de Duitse avonturenverteller kan halen op het stuk van practisch christendom en internationale verbroedering. Het lijkt wel of de schrijver meent, dat zijn visie op de persoon Karl May meer waarheidsgetrouw wordt naarmate hij meer citaten voor May’s werk opstapelt. Het feit, dat May in de Ik-vorm schreef en zich dus in zekere zin vereenzelvigde met brave helden als Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi, die in West en Oost de boodschap der verbroedering brengen, lijkt daartoe nauwelijks een rechtvaardiging.
Voor een objectieve bestudering van de figuur Karl May is dit werkstuk dan ook bepaald onvoldoende. Daarvoor glijdt de schrijver te gemakkelijk over de toch wel degelijk reële bezwaren heen, die door de jaren tegen May zijn ingebracht. Mogelijk is het niet de bedoeling geweest een objectief wetenschappelijke studie over de Duitse volksauteur te schrijven en neemt de heer De Rooy genoegen met de conclusie, dat althans de door May voor de jeugd bedoelde boeken als paedagogisch voortreffelijke lectuur beschouwd moeten worden.
In het kader van de Opvoedkundige Brochurenreeks is dit aspect dan ook wel het belangrijkst. Welnu, de schrijver heeft gelijk wanneer hij het goede in het werk van Karl May aantoont. Maar hij verzwakt zijn betoog door de onvolledige en vooringenomen wijze waarop hij de strijdvragen aangaande May’s leven meent te kunnen afdoen. Het vraagstuk, dat in het boekje wordt opgeworpen, de integriteit van Karl May als mens en als schrijver, is interessant genoeg. Maar men lost dit vraagstuk niet op door alle critiek op May’s leven te weerleggen met enkele citaten uit diens nogal overspannen autobiografie 4.
Een definitieve afrekening omtrent de oplichter-idealist is het boekje bij lange na niet. Door het bijeengebrachte materiaal over de personages uit de boeken van Karl May, de verschillende uitgaven uiteenlopende meningen van zijn critiek, van zijn werken in het Nederlands en de is het boek niettemin interessant.


[1]In: De Maasbode, 13 mei 1955.
[2]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Zwolle, later Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
[3]Deel 65 van Karl May’s Gesammelte Werke, „Der Fremde aus Indien”, was in 1939 verschenen, maar deel 66, „Der Peitschenmüller”, zou tot 1958 op zich laten wachten vanwege de oorlog, de naoorlogse deling van Duitsland en het regelen van de rechten, dus het aantal van 65 boeken klopt in dit artikel uit 1955, d.w.z. wat betreft de Duitse boeken. In het Nederlands waren en zijn nog lang niet al zijn boeken vertaald.
[4]Sinds 1917 is het eerste deel van Mays autobiografie, „Mein Leben und Streben”, in enigszins ingekorte versie opgenomen in „»ICH« Karl May • Leben und Werk”, deel 34 van Karl May’s Gesammelte Werke. Tot een tweede deel kwam het niet meer door Mays ontijdige dood in 1912.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website