West-Europeanen weten meer over de roodhuiden dan de Amerikanen of de Indianen zelf, zo heeft Wambli Wicarca oftewel de „Oude Adelaar” gisteren in Karlsruhe op een „Indiaanse” raadsvergadering verklaard.
„Oude Adelaar”, een plaatselijke kwakzalver, die zijn Duitse naam niet wilde prijsgeven, is kennelijk dermate door Karl May beïnvloed, dat hij op rijpere leeftijd nog behept is met warme belangstelling voor alles wat Indiaans is. Iets wat overigens minder zeldzaam is dan men denkt. In Engeland leeft bijvoorbeeld een echtpaar in een zelfgemaakte wigwam; de vrouw is als squaw gekleed en het lievelingskostje van de man is pemmican, een Indiaanse spijs.
Wambli Wicarca, die verscheidene van de uiterst moeilijke Indiaanse dialecten vloeiend spreekt, sprak de „Indiaanse Raad” toe in het dialect van de Sioux-Ogallalah, een van de meest gevreesde en krijgszuchtige Indianenstammen in voorbije dagen.
„Oude Adelaar” is uitgever van de „Dakota Scout” en hij is verder leider van „de witte roodhuiden aan de Rijn”. Vol trots maakte hij ter raadsvergadering bekend, dat zijn periodiek ook door echte Indianen wordt gelezen, die trouw hun abonnementsgeld betalen. Hij deelde verder mee, een intensieve correspondentie te onderhouden met Indianen van de Sioux-Ogallalahstam, met Cree-Indianen, Apaches, Kiowa’s en Comanchen.
„Oude Adelaar” zei onlangs een groep Kiowa’s en Comanches, die sinds lang de strijdbijl hebben begraven, te hebben geholpen om naar Europa te komen, waar zij hun krijgsdansen o.a. voor particuliere „Indianenclubs” hebben opgevoerd.
(U.P.)

[1]

In: Leeuwarder Courant : hoofdblad van Friesland, 13 augustus 1955. Hetzelfde artikel was in vrijwel dezelfde bewoordingen, maar dan onder de titel „„Oude Adelaar” is geen indiaan, maar weet er alles van”, op 10 augustus 1955 in ’t Nieuws van Kampen en op 11 augustus 1955 in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant verschenen; in vrijwel dezelfde bewoordingen was hetzelfde artikel, maar dan onder de titel „Oude Adelaar” kent Indianen heel goed”, ook al op 11 augustus 1955 in het Nieuwsblad van het Zuiden verschenen.

Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

www op deze website