|
Een voetbalwedstrijd tussen elftallen, samengesteld uit nazaten van Apachen en Kiowas, trok in Amerika veel publiek.
(Magdalen Bulletin)
Dat het voetbal vele volken
in zijn ban gevangen houdt hoef ik niet meer te vertolken,
deze stelling is reeds oud;
of je ergens ver in Vuurland
dan wel woont in Berg en Dal,
t is egaal, dat week secuur want
voetbal speelt men overal.
Maar ik moest toch even lachen
toen men mij daar melding gaf
van een match tussen Apachen
en Kiowas, ik stond paf
en mn lachen werd dra pruilen,
mijn reactie was aldus
dat ik wel had kunnen huilen,
ach, ik ben n romanticus.
Toen ik, joch van twalef jaren,
braaf Old Shatterhand verslond
met mijn handen in mijn haren
en de tong half uit mijn mond,
zat ik heerlijk te genieten
van die kaerels zonder vrees,
puur-patente prairie-pieten
waardoor ik Karl May zo prees.
Winnetou, u mag t wel weten,
werd voor mij een soort idool,
fier en hoog te paard gezeten
was t ook vast geen apekool;
k volgde al zijn avonturen,
kende elk Indiaan,
al die romantiek, das t zure,
is helaas om zeep gegaan...
Romantiek is gans verdwenen,
dat vervult me toch met schrik
nu mijn helden zich gaan lenen
tot een mieters potje-kick;
waar eens wilde krijgers streden,
sluipend alle prairies door,
klinken, oh, wat tijd, wat zeden,
nieuwe kreten.... Settumfoor!
|
|