Zounds! Dat zou een van die streken zijn, die alleen maar van u en Winnetou worden verteld.
In de spannende verhalen van Karl May (1842-1912) kan
niemand tippen aan het dappere opperhoofd der Apaches en zijn zo mogelijk nog vermeteler blanke bloedsbroeder Old Shatterhand. Begiftigd met de schranderheid van een
vos laten zij zelfs de gehardste Westman paf staan. In de Duitse plaats Elspe, waar dit seizoen Winnetou II wordt opgevoerd, is aan die superioriteit niet getornd.
Alles gaat zoals het hoort.
Vandaag op pagina 2: Duidelijk toneel met een bevredigend slot.
ELSPE – Het slaken van ijsekijke kreten moet worden overgelaten aan de Indiaanse ruiters aan gene zijde van het
voetlicht. Het is geen poppenkast. Wie mee gaat zitten huilen met de acterende wilden vliegt eruit, daar zijn ze bij onze oosterburen makkelijk in. Ze laten een mooie
voorstelling waar maanden aan gewerkt is niet bedreven door bezoekers met wanordelijk kijkgedrag. Vooral voor kinderen valt het niet mee zich hier in te schikken. De
meesten hebben echter al drie uur op het complex rondgesjouwd, wat het voordeel biedt dat ze tegen de tijd dat het grote spel begint al flink zijn uitgeput.
Je weet niet wat je ziet. Midden in de vrije natuur heeft men een openluchttheater gebouwd dat qua vorm aan het Olympisch stadion in München doet denken. Een geaccidenteerd
stuk Sauerland is het toneel. Schoolgaande jeugd met een hoog cijfer voor natuurlijke historie zal daarin misschien een flora herkennen die niet helemaal met het Wilde
Westen te rijmen is maar verder valt het niemand op. De op een plateau gesitueerde wigwams staan er realistisch bij.
Eisbein
Wie zelden t.v. kijkt zal even moeten wennen aan roodhuiden die so long, bis später roepen, maar de mensen die regelmatig kennisnemen van het aanbod van de
Duitse zendgemachtigden weten niet beter. Het is wel vreemd iemand in deze ambiance om Eisbein te horen vragen maar dat kan ook humor zijn geweest. Voor de straaljager
die de illusie tijdens de voorstelling kwam verstoren kun je de organisatie niet verantwoordelijk stellen. Wel voor de sigarettenautomaten in de Silver Dollar Saloon op
het voorterrein. Die moeten weg. Ook het bord met het opschrift Wesern Imbiss aan de overkant moet zo snel mogelijk worden verwijderd. Maar
verder niets dan lof.
Uitsloven
Het stuk wordt ingeleid met een demonstratie van de rijkunst van de Indianen. Dit hebben we in het circus wel vaker gezien maar door de honderd
meter brede schouwplaats en de geur van gras krijgen de halsbrekende toeren een extra dimensie. Ik kan me niet voorstellen dat de Indianen zich
altijd zo uitsloofden alvorens op buffeljacht te gaan maar in Elspe raakt het publiek er danig door opgewonden.
De inhoud is gebaseerd op een oud thema. Hoewel niet slecht van inborst laten de rode krijgers – de Assiniboins in dit geval – zich door een bleekgezicht met slechte
bedoelingen ophitsen tegen de Apaches. Met wat voor doorzichtige smoesjes zon doortrapte booswicht ook komt aanzetten, elke stam trapt erin. Deze keer weet de
hoofdploert, zekere Parranoh, zich zelfs tot opperhoofd op te werken.
Humaan
Evenals in de boeken komen Winnetou en Old Shatterhand vaak net te laat en als ze er al een keer op tijd bij zijn dan laten ze het geboefte weer glippen, vaak als gevolg
van een veel te humane opstelling. Ze mogen nog zo hard zijn, wraakgierig zijn ze niet. Het verzinnen van een voettocht naar een ver bedevaartsoord, bij wijze van
alternatieve straf, zou ook wel iets voor Old Shatterhand geweest zijn. Wanneer hij iemand zijn verdiende loon moet geven treuzelt hij zo lang dat de schurk er weer
tussenuit kan knijpen, waarna de achtervolging voor de zoveelste keer moet worden ingezet. Aan de ene kant is dat maar goed ook, want anders waren het nooit van die
dikke boeken geworden.
Greenhorn
Het spel voorziet ook in zon enorme sufferd die zich zelfs op een parketvloer nog niet onhoorbaar zou kunnen voortbewegen en om wie iedere geoefende trapper hartelijk
moet lachen. In Elspe betreft het een Schotse greenhorn, die natuurlijk een rokje draagt en die in het gezelschap verkeert van een butler. Karl May had een hekel aan
onduidelijke personages. Boeven zijn bij hem ook boeven en niet iets ertussenin. De lezer komt daardoor nooit in de verleiding een beetje begrip op te brengen voor de
schoft in kwestie. Ze zijn zonder uitzondering door en door slecht.
De schrijver was ook geen voorstander van een open einde. Aan het eind krijgt iedereen zijn trekken thuis, meestal door zijn eigen stomme schuld, zodat Old Shatterhand
zelf zijn handen niet hoeft vuil te maken. In Elspe gaat het al niet anders. Wanneer Winnetou de verraderlijke moordenaar na zeven jaar heeft ontmaskerd – zonder een
spoor van bewijs, maar die Assiniboins geloven alles – rent de boef uit eigen beweging een olieveld in dat hij zelf in de hens heeft laten steken en de Grote Manitou
zorgt voor de rest.
Platbranden
De toeschouwers worden voortdurend opgeschrikt door luide ontploffingen en uitslaande branden. Die speciale effecten worden gerealiseerd door de zogenoemde pyrotechnici,
pyromanen die van hun hobby hun werk hebben kunnen maken, en ik kan niet anders zeggen dan dat ze hun vak verstaan. In de slotfase vliegen de rotsblokken je bij wijze van
spreken om de oren. Mooi is ook het volledig platbranden van een blokhut. Bezoekers die zich voor de voorstelling in het ijzeren paard tussen de coulissen hebben begeven
weten dat het woninkje niet van hout is maar van ijzer en dat men het door een ingenieus mechanisme in een handomdraai weer uit zijn as kan laten verrijzen. Maar vanuit
de zaal is het een fantastisch gezicht.
Winnetou redt in die scene een klein meisje van een wisse dood. Er is veel te doen geweest over haar optreden, want de arbeidsinspectie meende
dat hier sprake was van kinderarbeid. Als jeugdig artiest in de culturele sector kun je je dus ook in Duitsland maar moeilijk ontplooien, terwijl iedere buiten zinnen
geraakte ouder op sportgebied vrij spel heeft. Bij zwemmen, turnen en kunstrijden hoor je nooit iemand over de slavenarbeid die de stakkerdjes moeten verzetten.
Heldendaad
In Elspe hebben de autoriteiten de kleine meid niet weten te weren, zodat Winnetou zijn heldendaad nog dagelijks kan verrichten. Het opperhoofd ziet er prachtig uit, al
zouden kritische kijkers zich kunnen afvragen hoe hij het met al die franjes klaarspeelt zonder ritselen te sluipen. Hij is voor een roodhuid ook nogal spraakzaam. In mijn
herinnering was Winnetou een man van weinig woorden. Als hij oef of howgh zei was het veel. Meer hoefde ook niet, want wanneer hij lichtjes zijn wenkbrauwen optrok wist
Old Shatterhand wel hoe laat het was.
Old Shatterhand viel me een beetje tegen, al slaat hij in zijn eentje wel vijf opsnijders tegen de grond. Nu valt het natuurlijk niet mee om aan een dergelijk hoogstaand
mens gestalte te geven maar in Elspe doet hij toch teveel denken aan een versierder die liever in de disco was gebleven. In elk geval niet aan iemand die bij nacht en ontij
op de prairie zit en maar zelden uit het zadel komt. Met de blik die hij in het begin op een aardig meisje werpt zou men op geen enkele Nederlandse werkvloer genoegen
nemen.
Zoiets is koren op de molen van de critici die de moraliserende prietpraat van Old Shatterhand niet kunnen verdragen en die er graag op wijzen dat Karl May zelf heel wat
jaartjes in het tuchthuis heeft gezeten. De auteur, zoon van een nooddruftige wever uit Saksen, kon als jongeman moeilijk van andermans spullen afblijven. In zijn biografie
windt hij daar geen doekjes om, al beklaagt hij zich erover dat hij vaak ten onrechte is beschuldigd. Bovendien kon hij er niets aan doen, want het werd hem ingeblazen
door boze geesten. Hoe de zielszieke publicist er ook tegen vocht, soms waren ze sterker dan hij en deed hij onbewust dingen waar hij later vreselijk spijt van kreeg.
Het goede in hem heeft uiteindelijk gezegevierd, maar toen hij eenmaal een gevierde schrijver was waren ze er als de kippen bij om zijn verleden op te rakelen. Quizmasters
in Hilversum denken weleens dat alleen Nederlanders het niet kunnen hebben dat een ander beroemd is maar in het buitenland zijn de mensen net zo jaloers. Karl May was zo
populair dat op een keer de brandspuit er aan te pas moest komen om de fans op een afstand te houden. Dat kon dus niet goed blijven gaan.
Niet alleen werd de literaire kwaliteit van zijn werk publiekelijk in twijfel getrokken, zijn tegenstanders haalden ook nog prutsromannetjes boven water die vroeger in
afleveringen in de pulpbladen waren verschenen en waarin ook ondeugende passages voorkwamen. Anderen beweren dat die er door derden zijn tussengeflanst en het is maar
goed dat er sinds 1969 in Hamburg een Karl May Gesellschaft is die al die dingen tot de bodem uitzoekt.
Haarlok
Nu had de schrijver het zijn vijanden niet moeilijk gemaakt, want hij kon jokken als de beste. Menige bewonderaar meende dat hij al die spannende avonturen zelf had
meegemaakt en hij was er niet de man naar dat krachtig tegen te spreken. Hij ging zelfs in op verzoekjes om een haarlok van Winnetou en hij liet zich gaarne Mister
Shatterhand noemen. Zelf is hij pillen slikkend aan alle roddel en achterklap ten onder gegaan maar zijn helden zijn onsterfelijk gebleken.
Karl May is Duitslands meest gelezen auteur en zijn verzameld werk omvat 74 delen. Er zijn meer dan zestig miljoen boeken van hem verkocht, in vijfentwintig talen,
en de meeste worden nog altijd herdrukt. In Elspe zijn vrijwel elke dag alle vijfenveertighonderd plaatsen bezet. Sinds 1950 heeft het kleurige spektakel vier miljoen
bezoekers getrokken, in het vorige seizoen waren het er meer dan vierhonderdduizend.
Oef! zou Winnetou zeggen.
[1] | In: Algemeen Dagblad, 8 augustus 1985. |