ANTWERPEN – De Belgische striptekenaar Willy Vandersteen 2 is gisteren in Edegem na een langdurige ziekte overleden. Dat hebben zijn familie en uitgeverij Standaard in Antwerpen bekend gemaakt.
De op 15 februari 1913 in Antwerpen geboren Vandersteen startte zijn tekencarrière tijdens de oorlogsjaren. De grote doorbraak liet op zich wachten tot na de oorlog. Met de avonturen van Suske en Wiske verwierf hij internationale bekendheid. De avonturen van de kinderen, tante Sidonia, de sullige Lambik en de oersterke Jerommeke werden in twintig talen vertaald.
Naast Suske en Wiske heeft Vandersteen echter meer succesvolle series op zijn naam staan, zoals de avonturen van Bessy, De Rode Ridder, Jerom, Robert en Bertrand en De Geuzen.
Willy Vandersteen was eigenlijk voorbestemd om zijn vader – Sus genaamd – op te volgen als beeldsnijder. Hij bezocht de Antwerpse Academie en kreeg daar naast les in beeldhouwen en ornamenten maken, ook onderricht in tekenen. Dat laatste is van groot belang geworden voor Vandersteen junior, omdat het vak van beeldsnijder dreigde uit te sterven. Tot 1930 was het mode geweest om gebouwen rijk te versieren, maar daarna sloeg de soberheid in de bouwkunst toe.
Op zijn 25ste werd Vandersteen dan ook werkloos. Hij vond later eerst een baantje in het timmerbedrijf van zijn oom, werkte vervolgens korte tijd als etaleur en besloot in 1939 op 26-jarige leeftijd definitief voor strips te kiezen. De oorlog gooide roet in het eten; Vandersteen moest onder de wapenen. Na de capitulatie keerde ex-soldaat Vandersteen terug naar Antwerpen om zich helemaal op het tekenen toe te leggen.
Op 30 maart 1945 verschenen de eerste Rikki en Wiske-strips in de Belgische krant De Standaard. De uitgever had eigenhandig en zeer tegen de zin van Vandersteen de naam Suske geschrapt, omdat hij die te volks vond. Het eerste Rikki-en-Wiskealbum verscheen in 1946 in een oplage van 7000 stuks. Het eerste echte Suske-en-Wiske-boek verscheen in 1947; Suske en Wiske op het eiland Amoras.
Eigen studio
Vandersteen maakte onder leiding van Hergé 3 (Kuifje) een grote ontwikkeling door. In 1952 richtte Willy Vandersteen zijn eigen tekenstudio op. Hij had zoveel ideeën, dat hij de produktie niet meer alleen aan kon. Onder zijn leiding ontstonden gag-strips zoals De Vrolijke Bengels, Het Plezante Circus en De grappen van Lambik, maar ook realistische strips zoals Bessy, Karl May, Biggles en De Rode Ridder. Grootste succesnummer bleven echter de Suske-en-Wiske-albums die in twintig talen werden vertaald. Momenteel wordt er gewerkt aan de Chinese en de Poolse edities.
Willy Vandersteen (voluit: Willebrord Jan Frans Maria Vandersteen, * 15 februari 1913 , 28 augustus 1990) was een Vlaamse striptekenaar, die het bekndst is geworden door zijn inmiddels meer dan 300 delen tellende stripreeks Suske en Wiske, maar ook door strips als De Familie Snoek, Bessy, De Rode Ridder, Jerom, Karl May, Biggles en Robert en Bertrand.
Hergé (pseudoniem van Georges Prosper Remi Remi, * 22 mei 1907 , 3 maart 1983) was een Vlaams striptekenaar, die het bekendst is geworden door zijn tweeëntwintigdelige stripreeks De avonturen van Kuifje (in het Frans en Engels: Tintin, in het Duits Tim und Struppi). Andere beroemde stripreeksen van Hergé zijn De guitenstreken van Kwik en Flupke en Jo, Suus en Jokko.
Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.
Terug naar de Karl May-startpagina.
Terug naar de Apriana-startpagina.