Nieuwsbrief 52 |
Nieuwsbrief 53 als pdf |
Nieuwsbrief 54 |
Register van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Apriana |
Nieuwsbrief nr. 53 ISSN 1386-6451 | juli 2019 - 26e jaargang nr. 2 |
INHOUD : |
Nieuws van de redactie | Roger Schenk & John Beringen |
Oei, daar klinkt het O-woord | Peter de Zwaan |
Recensie van deel 62: Hommeles met Hotze en herrie met Heleen | Schout-bij-kunstlicht Spook |
Recensie van deel 63: Frappante fratsen in Fryslân | Schout-bij-kunstlicht Spook |
Recensie van de tweede Bob Evers Verhalenbundel: Duos? Trios? Gaat De Zwaan Van der Heide nou ook op dat gebied achterna? | Schout-bij-kunstlicht Spook |
Bobs Bronnen (6) : Henri Hakkie Holdert | Roger Schenk en onze speciale verslaggever |
Gastcolumn: Fantasie ... | Frank Engelen |
Simmetje en het geheim van het Toeval | Roger Schenk |
Gewraakte onschuld | Willy H. |
Enkele fotos uit Hilversum | Roger Schenk |
De Nieuwe GIL 3 | Roger Schenk |
Voorzijde van De gouden greep van tante Ginny, door Lia Krijnen | Voorzijde van Deining rond een drafbaan, door Lia Krijnen |
Op begraafplaats Rusthof in Leusden ligt Anneliese Jülkenbeck, van 1952 tot 1956 Willems tweede echtgenote. Na ontbinding van haar huwelijk met Willem is zij nog tot diens dood in 1981 getrouwd geweest met André Meurs, liedjesschrijver (Wie heeft de sleutel van de jukebox gezien?, Het Vlooiencircus, Reisje langs de Rijn, enz., enz..), artiest en hoofd amusement van de TROS. De foto links is van Annelies(e)’s grafsteen, maar ook het bewijs dat grafstenen niet altijd de hele waarheid vermelden: zij is niet geboren in 1929, maar een jaar eerder…
Bob Evers leeft nog steeds!
Op 14 februari 2019 werd in de quiz Per seconde wijzer voor de tweede keer de naam Bob Evers genoemd: in een nieuwe vraag over de schrijvers van negen kinderboekenseries mocht onze held natuurlijk niet ontbreken, ditmaal in de categorie kunst: terecht natuurlijk, Bob is kunst!
De kandidate had behalve Arendsoog niets van deze mooie lijst gelezen, maar presentator Erik Dijkstra wel: hij wist zelfs te melden dat Bob Evers steevast vergezeld wordt door Arie Roos en Jan Prins. Alleen begrijpt de redactie van deze Nieuwsbrief niet, waarom hij Bob Evers van vóór zijn tijd noemde: zoals elders in deze Nieuwsbrief uitvoerig wordt uitgelegd, verschijnen er tot op de dag van vandaag toch nog steeds nieuwe Bob Evers-boeken? Kortom: Bob Evers kan onmogelijk van vóór iemands tijd zijn! Maar dat kan in elk geval wél verklaren waarom Dijkstra in zijn vraag de naam Willy van der Heide noemde en niet Peter de Zwaan…
Op 9 maart kwam Bob Evers voor een tweede keer in korte tijd even in het landelijke nieuws, toen Kees van Kooten in de zaterdagbijlage van het Algemeen Dagblad (en regionale edities) onder het kopje Schrijver leest op de vraag welk boek hij in zijn jeugd had verslonden, antwoordde: Kabaal om een varkensleren koffer van Willy van der Heide. Kees ging daar nog dieper op in: Ik vond de boeken uit de Bob Evers-serie met de allitererende titels zeer begeerlijk. Prachtige in linnen gebonden uitgaven waren het. Ik heb ze allemaal nog. Soms met een fijn geschreven opdracht van mijn grootmoeder voorin: Aan mijn kleinzoon Kees bij zijn verjaardag. Anders dan Pietje Bell, die ik te braaf vond, beleefde Bob Evers échte avonturen: hij trok met Arie Roos en Jan Prins gekleed zwemmend de grens over.
Hartstikke leuk natuurlijk, om deze lovende woorden van 50% van het voormalige Simplisties Verbond te lezen; nóg leuker vonden wij het feit dat de goede man alle delen nog in zijn bezit heeft. Maar Kees van Kooten heeft de redactie toch wel met een prangend probleem opgezadeld: zij zit al sinds die negende maart met de handen in het … nou ja … laten we zeggen, op de plek waar vroeger haar groeide, zich krampachtig afvragend in welk deel Jan, Bob en Arie gekleed en wel zwemmend een grens zijn overgestoken.
Een der laatste getrouwen echter niet meer …
Net voor het ter virtueler perse gaan van deze Nieuwsbrief werd bekend dat Ruud Jacobs op 18 juli op 81-jarige leeftijd is overleden. Ruud was contrabassist van het Trio Pim Jacobs en komt – zonder bij name genoemd te worden – voor in Stampij om een schuiftrompet: Op naar de kleedkamer! riep Schilperoort, en de ganse troep zette zich marcherend in beweging, tot een dichte drom samengepakt, tot stomme verbazing van Rita Reys en het trio Jacobs, die nog nooit hadden meegemaakt, dat een jazz-orkest opeengepakt als een knoedel en in marstred, op weg ging naar een kleedkamer. Buma liep met zijn kostbare trombone in het centrum.
Het lijstje van werkelijk bestaande en nog levende personen uit de eerste 36 delen wordt steeds korter: Chris Barber, de (veertiende) Dalai Lama, Jerry Fuller, Bobbie Gentry, Roefie Hueting, Gladys Knight, Gina Lollobrigida, Sophia Loren, Loretta Lynn, Kim Novak en Dolly Parton leven nog. Wat opvalt, is dat van dit elftal der sterken er maar liefst acht werkzaam zijn of waren in de muziek, blijkbaar een zeer gezond beroep!
Ook de twee maanden geleden overleden Doris Day was zangeres en al behoorlijk op leeftijd, hetgeen de stelling van gezond beroep alleen maar onderschrijft.
Dit is alweer (bijna) het einde van de nieuwsrubriek, want er is ditmaal im Westen nicht viel Neues omtrent Bob Evers. In deze Nieuwsbrief treffen jullie natuurlijk wel drie recensies van onze vriend Spook van evenzovele nieuwe Bob Evers-delen; is Spook nou een pseudoniem of niet? ’s Mans e-mail-adres begint in ieder geval met h.spook, maar dat zegt natuurlijk nog niets. Van minder twijfelachtige afkomst zijn de traditionele column van Peter de Zwaan en de zesde resp. vijftiende aflevering van de inmiddels niet meer weg te denken rubrieken Bobs Bronnen en Enkele fotos uit … en alweer aflevering drie van De Nieuwe GIL. De gastcolumn is ditmaal van niemand minder dan Frank Engelen, Willem zelf laat ook weer eens van zich horen en hoofdredacteur Roger Schenk blijkt meer dan Willem zelf te geloven in het fenomeen toeval, waarvan hij ons uitgebreid verslag doet.
Ja, die naam Roger Schenk komt hoe langer hoe veelvuldiger voor als schrijver of samensteller van artikelen en berichten in de Nieuwsbrief. De Nieuwsbrief dreigt daarmee zon beetje een eenmansbedrijfje te worden, hetgeen om meer dan een reden onwenselijk is: Roger heeft niet zon dikke duim als Arie Roos en niet zon ongebreidelde fantasie als Willem Dabbeljoe Dabbeljoe en voor we het weten, komt er een einde aan zijn inspiratie én deze of gene zal de Nieuwsbrief wellicht ietwat eenzijdig en saai vinden.
Daarom dagen wij diezelfde deze en diezelfde gene uit om zelf ook eens iets te schrijven! Jullie schrijven alleen of tezamen hele en halve boekdelen vol op de Bob Evers-mailinglijst en op facebook, dus jullie kunnen het heus wel! Stuur ook eens wat kopij naar nieuwsbrief@apriana.nl, opdat jullie namen ietwat onsterfelijker blijven voortlezen dan in de toch tamelijk vluchtige werelden van mailinglijsten en (a)sociale media!
Het was weer feest, begin april, en het werd opnieuw gevolgd door toenemende ongerustheid en boosheid. We hadden meer dan 300 enveloppen gevuld, geadresseerd en dichtgeplakt toen Lia (jullie weten wel, hart en ziel van uitgeverij Zwarte Zwaan, ik doe alleen het schrijfwerk maar) zei: Dit verhalenboek is fout, de laatste twee katernen zitten op de kop.
Twee dagen hebben we volle postzakken omgekeerd, enveloppen opengescheurd, boeken gecontroleerd, nieuwe ingepakt en daarna de nog gesloten dozen geopend en elk boek bekeken; ongeveer 200 deugden niet.
Het haalde de vreugde van het schrijven en uitgeven van boeken er wel af. Zeker nadat we in voorgaande jaren een paar dingetjes hadden meegemaakt zoals, om er een paar te noemen, verwisselde boekdelen, kreukelige omslagen en een oplage die niet klopte met de bestelling.
Dit soort ellende zet een mens aan het denken en dat heeft geleid tot twee conclusies.
1. Zoek een andere drukker.
Dat is minder eenvoudig dan het lijkt. Er zijn niet veel onafhankelijke drukkers die iets anders doen dan alleen printen en wij willen voor de eerste druk offset omdat wij dat net iets beter vinden dan print.
2. Ophouden.
Oei, het O-woord, het gekrakeel kan beginnen.
Ooit heb ik gezegd: Jongens, waar ik niet aan mag denken, is dat ik op 82-jarige leeftijd bezig ben aan deel 82 over drie jongens die het vertikken ouder te worden.
Deel 82 haal ik echt niet, maar er zijn liefhebbers die zich nu al druk maken over de vraag wie straks de meeste delen heeft geschreven: Willy of ik. Het wordt vast een hele discussie, met die halve boeken (delen 33 en 36) en de vraag of de verhalenboeken wel of niet tellen.
Voorlopig is er geen directe reden tot zorg, ik zeg het maar meteen. Als we een goede en niet veel duurdere drukker vinden, gaan we door. Ik zeg: niet veel duurder, want we willen de prijs op 14,99 houden en die prijs staat door allerlei verhogingen al zo onder druk dat collega-uitgevers me uitlachen en ronduit zeggen: Jij bent hartstikke gek.
Dat klopt vast: ik ben gek, ik schrijf elke dag en de delen 64, Bliksemacties bij de Buurserbeek, en 65, Een opdracht van inspecteur Onge, zijn bijna klaar.
Een verhalenboek zit er volgend jaar niet in, simpelweg omdat ik bezig ben aan een boek dat de omvang van een BE-deel krijgt en dat een raamverhaal moet gaan bevatten, waarbinnen zich gebeurtenissen afspelen die voor Jan, Bob en Arie niet heel goed aflopen. De zeer tijdelijke titel die me te binnen schoot, is Het Grote Bob Evers Blooper Boek met als variant Het Groot Bob Evers Blunder Boek. Geen idee of een van die titels het gaat halen. Ik heb er de tijd voor, want het boek staat op de planning voor 2021, samen met deel 66 van de serie.
Of het daarbij blijft, hangt van een aantal dingen af: jullie enthousiasme, de uitermate grote medewerking van Roger Schenk, de gezondheid van Lia en mij en een drukker die nou es boeken levert waar we niet dagenlang chagrijnig van zijn.
Een kleintje tot slot voor iedereen die pittige commentaren levert op Facebook over van alles en nog wat. Het eerste deel verscheen in 1949. Jan en Arie waren nog niet van de hbs - waar Bob schoolging, is niet duidelijk. BE-kenners mogen zich over de exacte leeftijd buigen, ik maak er voor het gemak 15 jaar van. Dit betekent dat de jongens nu 85-jarige postpuberale schoolverlaters zijn en dat hun avonturen worden gelezen en van kanttekeningen worden voorzien door levenservaringsdeskundigen die, neem ik aan, die leeftijd ooit hopen te bereiken.
Is het u ook al eens opgevallen dat de middelste delen van trilogieën vaak alleen maar als overgangsdeel tussen begin en einde van een avontuur vormen? In het zojuist verschenen middelste deel van de Tante Ginny-trilogie gebeurt echter van alles en nog wat, dus zeker geen deel om snel door te werken.
We vinden Jan, Bob, Arie en hun nieuwe bondgenoot Hotze Benjamins terug in het hol van laatstgenoemde, waar zij zich sinds het einde van Het preppaleis van de Holenman in bevonden. Hotzes rare fratsen, zoals het opzichtig met een piano op een bakfiets door half Noord-Nederland rijden, hebben de ongezonde belangstelling gewekt van alles en iedereen die de onsympathieke matchfixer Freek Oltmans een warm hart toedraagt; hun aanwezigheid op en om het anders zo rustige Hijkerveld zorgt vervolgens weer voor schermutselingen met vogelaars, koddebeiers, boswachters en andere localos. Benjamins, die erg op zijn rust is gesteld, ziet al die troepenbewegingen rond zijn preppaleis met lede ogen aan; maar niets menselijks is mensen met de voornaam Hotze vreemd: liever dan de schuld bij zichzelf te zoeken, geeft hij er de voorkeur aan om Jan, Bob en Arie verantwoordelijk te houden voor deze toeloop. Het hoeft geen nader betoog dat dit de in Het preppaleis van de Holenman zo veelbelovend begonnen samenwerking niet bepaald ten goede komt. Sterker nog, Jan en Arie zijn diep in hun harten dolblij wanneer Hotze hen afzet in een zomerhuisje naast een bokkenstal en zij dit humeurige heerschap nooit meer hoeven te zien.
Bob is dan al op weg naar Hilversum, in de hoop dat hij Helena ten Holt enige informatie kan ontlokken over de standplaats van de door Bob gehuurde, maar door haar gestolen P.C. Hoofttractor. In Hilversum wacht hem een aantal verrassingen: de eerste daarvan is het feit dat het naamplaatje van het appartement waarop een dag eerder nog de naam Helena ten Holt prijkte, nu de naam M. Soet bevat. Daarmee zijn de verrassingen nog niet gedaan, want in het hem bekende appartement blijkt een Tilly Soet te wonen, die toegeeft dat ze Heleen ten Holt vaag kent, maar al maanden niet meer heeft gesproken. De volgende ochtend overhandigt Tilly Soet een autosleutel aan een man, die even later langs de stomverbaasde Bob rijdt in diens huur-Defender. Bob rijdt de hem onbekende man achterna, maar raakt hem kwijt, waarna hij terugkeert naar Hilversum en daar alweer een andere naam ontwaart op het naambordje van het appartement.
Hier zou het spoor hopeloos dood zijn gelopen, maar nu komt tante Ginny, die oude bekende van Jan en Arie uit Een overval in de lucht ten tonele. Arie bezoekt haar in Aerdenhout en neemt haar vervolgens mee naar een restaurant op de grens van Drenthe en Friesland waar tante Ginny Helena ten Holt en Freek Oltmans ooit heeft gesignaleerd. Dat restaurant is kort tevoren kort en klein geslagen door de mannen van Oltmans; de reden waarom ze dat hebben gedaan, is vooralsnog onduidelijk. Wel duidelijk is het dat tante Ginny de eigenaar van dat restaurant zo lang aan de praat houdt (de gouden greep uit de titel) tot een tweetal handlangers van Oltmans ten tonele verschijnt. Door deze twee te achtervolgen komt ons drietal (samen met tante Ginny) terecht in een boerderij met paardenstallen. In een van die paardenstallen wordt Helena ten Holt gegijzeld gehouden. Na een kostelijk en lang verwacht intermezzo – Arie raakt in een poging te ontsnappen klem in een raamopening – weten de jongens Helena te bevrijden. Deze toont zich echter bijzonder ondankbaar, zodat wij na twee delen uit deze trilogie nog steeds met de vraag blijven zitten: Aan welke kant staat deze Helena nou eigenlijk? Wat dat betreft, dringt de vergelijking met haar naamgenote uit Troje zich op: ook van haar weten de geleerden tot op de dag van vandaag nog steeds niet aan welke kant zij stond. Al wordt die Helena door Homerus volgens mij wel als een stuk aantrekkelijker omschreven dan de Helena uit de Tante Ginny-trilogie.
We moeten dat bij gelegenheid maar eens aan hoofdredacteur Roger Schenk vragen; die beweert namelijk boud dat hij zowel verstand heeft van Griekse gedichten als van mooie vrouwen. (Geen commentaar, Red.). Voorlopig dus geen antwoord op deze vraag, maar in het laatste deel van de trilogie hopelijk wél eentje op de vraag aan welke kant dat Helena ten Holt nou eigenlijk staat.
Peter de Zwaan, De gouden greep van tante Ginny, Uitgeverij Zwarte Zwaan, 2019. ISBN: 9789082661255.
Gelukkig hoeven we niet al te lang bij deze cliffhanger stil te staan. Wat is het toch heerlijk dat de schepper van de moderne avonturen van Jan, Bob en Arie tegenwoordig een tempo aanhoudt van twee à drie delen per jaar, zodat wij meteen door kunnen lezen!
Het verhaal begint op een oeroude locatie, bij de fans al bekend sinds 1954: Jan, Bob en Arie logeren in Grand Hotel Gooiland in Hilversum, een hotel dat sinds Klopjacht op een kapitein zon mooi rood-geel bordje Bob Evers-Monument zou verdienen, ware het niet dat dergelijke eerder geplaatste bordjes na korte tijd zonder uitzondering spoorloos verdwenen zijn. Baldadigheid? Is het verboden om dergelijke bordjes op te hangen? Of zijn er soms snode Bob Evers-souvenirjagers op pad? We zullen het antwoord op deze vragen wel nooit krijgen, dus terug naar Deining rond een drafbaan: Gooiland, Hilversum, dus.
Omdat Bobs ideetje om zijn in Het preppaleis van de Holenman gehuurde en in De gouden greep van tante Ginny door Paul Muhler teruggebrachte Land Rover niet opgaat, is hij gedwongen naar Nagele in de Noordoostpolder te rijden, waar de auto total loss staat. Voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst in de serie wordt het probleem van onverstaanbare Nederlandse dialecten aangesneden: van het allereerste deel af aan is Bob soms perfect in staat om Algemeen Beschaafd Nederlands te verstaan, maar soms ook niet. Dat een klein land als Nederland echter naast de standaardtaal ook nog eens over een serie onverstaanbare dialecten blijkt te beschikken is nieuw voor hem. Bob ziet er een poging in om Nederland groter te laten lijken dan het in werkelijkheid is. Bob wordt in Nagele ook voor het eerst slachtoffer van pure xenofobie, omdat enkele inwoners van dat dorp een hekel blijken te hebben aan Amerikanen.
Arie begeeft zich naar een stuk land dat ten tijde van de eerste 32 Bob Evers-delen nog niet eens bestond: Flevoland. Veel verder dan een industriegebied in Lelystad en (later nog) de Stripheldenbuurt van Almere komt hij echter niet in dat nieuwe land; of het zou de autosnelweg naar het noorden moeten zijn. In dit deel gaat Jan naar tante Ginny in Aerdenhout en hij – uitgerekend de zuinigste van het trio – mag haar Subaru lenen. Alle drie komen zij uiteindelijk uit in Fryslân, waar twee broers de kaduke Land Rover op hun boerderij ten westen van De Lemmer hebben gestald, bewaakt door een zwerm ganzen. Terwijl Arie de ganzen op geheel eigen wijze bezighoudt, ontdekken Jan en Bob dat Helenas opschrijfboekje ooit in de Land Rover heeft gelegen, maar nu spoorloos is verdwenen.
In ieder geval weet Arie nu het adres van Paul Muhler en hij spoedt zich opnieuw naar Flevoland waar hij getuige wordt van de ronduit sadistische ondervragingstactiek van Helena ten Holt. Maar dan ooit dringt zich de vraag op aan welke kant zij nou eigenlijk staat. Jan en Bob achtervolgen Helenas onderhuurster, Tilly Soet vanaf Kuinre dwars door it Fryske lân. Opvallend is dat dit deel tot nu toe het enige is dat in Fryslân speelt, maar dat er in dat ene deel meer Frysk wordt gesproken dan in alle delen van De Kameleon bij elkaar, die toch allemaal in deze provincie spelen. Uiteindelijk komen Jan en Bob terecht bij de drafbaan in Wolvegea; gaandeweg wordt eindelijk duidelijk wat Tillys rol in het geheel is: zij wil Helenas notitieboekje verkopen aan Freek Oltman. Na de nodige deining – niet alleen rónd de plaatselijke drafbaan, maar ook eróp – slagen Jan, Bob en Arie er echter (natuurlijk!) in om het boekje te bemachtigen en te overhandigen aan Helenas opdrachtgever. En nu blijkt ook eindelijk aan welke kant Helena ten Holt al die tijd stond: zij had van Adrie Schimmel, directeur van LandS, de opdracht gekregen om Freek Oltman in de gaten te houden en zo mogelijk te ontmaskeren, maar tijdens het schaduwen van Oltman besloot zij om LandS te verlaten en voor eigen rekening te gaan werken. Zij blijkt dus al die tijd min of meer aan de goede kant te hebben gestaan, maar dan wel op haar eigen manier.
Al met al wederom een zeer lezenswaardig boek van Peter de Zwaan, dat de drie jongens eindelijk naar Fryslân voert, dus misschien wel het leukste deel van Peter!
Peter de Zwaan, Deining rond een drafbaan, Uitgeverij Zwarte Zwaan, 2019. ISBN: 9789082661262.
Het dreigt een pracht van een traditie te worden: Peter de Zwaan verblijdde ons dit voorjaar wederom met twee reguliere Bobjes en één verhalenbundel! De officiële titel van de tweede bundel is Een trio en drie dubbele duos. Honi soit qui mal y pense: natuurlijk waren er op facebook weer bijdehandjes die de titel meteen een seksuele lading gaven en serieus dachten dat Peter Willem zou navolgen door ook een begin te maken met ondeugende lectuur. En dat nog wel met onze drie helden!
Wees gerust, dames en heren, de titel slaat alleen op de samenstelling van het avonturierende gezelschap: in de eerste verhalenbundel gingen Jan, Bob en Arie driemaal solo op het glibberige pad van avontuur en eenmaal als drietal. Eén lezer vond dat er te weinig interactie zat in die eerste bundel. Tja, als je alleen op avontuur uit gaat, valt er weinig te interacten, nietwaar? Peters antwoord viel in twee delen uiteen: ten eerste een column waarin hij de teleurgestelde lezer van repliek diende en ten tweede een meesterlijke nieuwe bundel, waarin eerst Jan en Arie, vervolgens Bob en Arie, daarna Jan en Bob (de drie duos uit de titel) en in het vierde verhaal weer eens gezamenlijk (het trio) op avontuur gaan.
Inderdaad, het betreft wederom vier verhalen, die achtereenvolgens in Amsterdam, in Springfield en Branson (Missouri), Coney Island (New York) en op Bermuda spelen. Het eerste verhaal laat meteen al duidelijk zien hoe de avonturen van Jan, Bob en Arie met hun tijd mee zijn gegaan: waar het vroeger minstens om muiters, juwelendieven of mensensmokkelaars ging, hebben Jan en Arie in Amsterdam eerst te maken met tasjesrovende en zakkenrollende Oost-Europeanen en later met afpersing van voormalige geliefden te maken. Het tweede verhaal speelt zich af op en rond de luchthaven van Springfield, waar Arie’s plunjezak wordt gestolen; een tamelijk onwaarschijnlijk en warrig verhaal over een prototype dat in net zon plunjezak zat, volgt. Voor mij persoonlijk het minst leuke van de vier verhalen, maar goed: wie ben ik? Een ander zal wellicht andere voorkeuren hebben.
Het derde verhaal is weer helemaal van deze tijd. Het toont aan dat ook in Amerika de integratie niet overal voor de volle 100% geslaagd is en dat bepaalde bevolkingsgroepen een staat binnen een staat vormen. In dit geval krijgen Jan en Bob te maken met grote groepen Oekraïense en Russische immigranten in de wijk van Coney Island, die bekend staat als Little Odessa. Zij hebben ruzie met twee verwende Amerikaanse blagen die er alles aan doen om de immigranten het leven zuur te maken. Je voelt duidelijke de spanning wanneer de politie – zelf van Oekraïense afkomst – de jongens adviseert om zich er verder niet mee te bemoeien en te verdwijnen uit de wijk. Jan en Bob zien dat natuurlijk juist als een aansporing om verder te gaan met hun speurtocht naar de Amerikaanse vlegels, hetgeen samen met hun Oost-Europese vrienden uiteindelijk lukt, zij het op een tamelijk onorthodoxe manier. Niet de gebruikelijke onorthodoxe wijze waarop de drie jongens nu al 63 boekdelen (plus bundels) te werk gaan, maar daarom niet minder effectief. De vele Russische woorden en zinnen die Peter de immigranten laat zeggen geven het verhaal een interessant exotisch tintje, net zoals wijlen Willem dat vroeger deed met Engels, al moet mij van het hart dat Algemeen Beschaafd Engels (of desnoods Amerikaans) toch iets makkelijker te behappen is voor een gewone Hollandse jongen van de vlakte, zoals ik…
In het laatste verhaal treedt ons drietal eindelijk weer gezamenlijk ten strijde. Misschien had Peter het verhaal oorspronkelijk wel gepland als onderdeel van de vorige verhalenbundel: Botsingen met oude bekenden, want ook hier treden (op de achtergrond) twee oude bekenden op, namelijk Millard Fillmore en Jane Nash. Inderdaad: in tegenstelling tot de vorige bundel oude bekenden uit de De Zwaan-delen en niet uit de Van der Heide-delen: leuk! De drie jongens worden ingehuurd om hun intrek te nemen in een peperduur hotel op Bermuda om de diefstal van duik- en filmapparatuur tegen te gaan, hetgeen uiteindelijk natuurlijk lukt, maar de manier waarop dat gebeurt, verklap ik niet. Lees zelf maar! Opvallend is dat er niet één keer gegrapt wordt over Aries omvang en de Bermuda-driehoek, zoals dat bijvoorbeeld wel in Arie Roos als ruilmatroos gebeurde, en dat een oeroud boekje uit de stad van Schenk en de Kleppe Brothers een opvallende rol speelt in dat laatste verhaal, zonder meer het leukste van de vier!
Nóg meer oorlog ... Die Tweede Wereldoorlog, dat was me er eentje: die zit nog steeds compleet vastgeroest in onze Hollandse genen. Wat er ook gebeurt, we komen er werkelijk nooit meer vanaf. Stel nou dat je nogal gefascineerd bent door een zekere jongensboekenserie uit de jaren 50 en verder; vervolgens kom je er achter dat de auteur zich van een pseudoniem bediende, dat hij heus wel meer heeft geschreven dan 34 hele en 2 halve boeken en voor je het weet, zit je tot over je oren midden in de Tweede Wereldoorlog. |
|
Hakkie Holdert gearresteerd. |
Eis tegen Holdert jr.: twintig jaar uitsluiting |
Henri Holdert voor het Bijzonder Gerechtshof |
Ja, daar leed Willem wel aan. Gelukkig maar. Maar aan de andere kant, ook fantasten spreken wel eens de waarheid en zaken die echt te gek zijn om waar gebeurd te zijn, zijn dat soms toch. Zo beschreef (verzon?) Willem het verhaal over de psychiater die zijn huis verhuurde.
Ooit vond ik het wel interessant om dit soort verhalen uit te zoeken.
Zo heb ik samen met twee andere Evers-fanaten, te weten Bart-Jeroen Hemstra en Lex Verhoeven, het verhaal van Sjoerd van Hasselt uitgezocht en zelfs heb ik hem eens aan de kletsbel gehad. Ik heb er ook nog een HC met ex libris plus handtekening (ghe ghe) aan overgehouden en ging ik ooit, in het pre-internettijdperk, een dagje uit met zusje MJ, R.I.P., om uit te zoeken waar Willem nou precies was geboren en had gewoond. Die laatste onderneming was wel gezellig, maar verder niet zon succes. We hebben meer rondgereden en op terrasjes gezeten dan succes gehad, omdat bleek dat ze zelfs haar eigen geboortehuis niet eens meer kon aanwijzen. (Joehoe! Dag lieve meneer de postbode! Wij zoeken een huis, maar het nummer weet ik niet. Van den Hout heeft daar gewoond! Weet u dat?)
Maar we vonden toch wel het huis aan de Graafseweg waar we in de tuin nog een foto hebben gemaakt. Nou ja in de tuin. Bij de buren dus. Want daar woonden leuke mensen en die andere op nr. 261 waren allemaal ouwe zeurpieten. Aldus MJ, die dat in 3 sec. al had gezien omdat er iemand in de voortuin liep die ze maar niks vond en ze dus (?) per se bij de buren wilde aanbellen. MJ dus, die, toen ik bij haar aanbelde met de mededeling dat de Lincoln Zephyr klaarstond, als eerste de vraag stelde hoe oud ik dacht dat zij was. Ja, ’t was een apart mens. Soit.
Zo intrigeerde het onderwatergezettekeukenverhaal van de psychiater in Wassenaar me altijd mateloos. Was Willem ooit op het idee gekomen van de kelder in San Francisco door deze stunt?
Ik zocht uit waar toen de Ursula-kliniek nog stond (inmiddels afgebroken) waar de zielenknijper geneesheer-directeur van was. Ik vond de inrichting, vond via via het adres van de shrink in kwestie (dat zoeken was nog een hele toer in het pre-internet-tijdperk) en belde hem op.
Goedemorgen mijnheer. Sorry dat ik u even stoor. Mijn naam is Frank Engelen en ik …
Wie? Ken ik niet. Wat moet je?
Ja, ik heb een ietwat vreemde vraag. Kent u …
Ha! Denk jij dat ik nog nooit een vreemde vraag heb gehoord? Ik hoor godverdomme mijn hele leven niet anders. Wat moet je?
Het geval is zo. Ging u wel eens naar Amerika en had u dan uw huis …
Amerika? He, wat? O ja hoor. Congressen en zo. Hoezo?
Had u dan wel eens uw huis uitgeleend aan ene zekere Reinier Ranselaar, een notariszoontje met een bloedziekte?
Wie? Nee nooit. Ja er zaten wel mensen in ons huis ja. Als we weg waren ook wel. Waarom niet? Dat interesseert me geen moer. Er zaten vaker mensen in mijn huis als ikzelf. Wat wilt u?
Nou, kent u Willem van den Hout, alias Willy van der Heide, alias Sylvia Sillevis, alias …
Zo te horen is het een patiënt van me geweest. Maar daar doe ik geen uitspraken over.
Nee, het was geen patiënt. Tenminste niet van u. Tenminste, dat denk ik niet, hoewel er best aanleiding …
Nou, wat wilt u nou?
Is uw huis wel eens onder water gezet toen u weg was en uw huis had uitgeleend en met name de keuken? Of heeft u wel eens surrealistische tekeningen op uw behang aangetroffen?
Hè? Ben je helemaal, zeg. Nee nooit, hoor. Het huis was altijd netter dan voor ik wegging. Nee, nooit klachten gehad, hoor. Huis onder water. Nou, ik heb wel gekkere dingen meegemaakt. Maar nee, ons huis was altijd keurig netjes als ik terugkwam. Maar echt interesseren doet het me niet. En dit hele gesprek ook niet. Goedemiddag!
En we belden af. Hiphop dacht ik nog.
Later hebben we nog bronnenonderzoek gedaan in de UK, Zwitserland, diverse plekken in Nederland, Hawaï, US of A, en Trinidad en Tobago. Met meer (of minder) succes. Maar daarover misschien een andere keer.
Ooit heb ik MJ gevraagd naar het feest, want die was erbij. Maar nee. Puur fantasie, zei ze, ik heb nog nooit van dit verhaal gehoord. En ik was er in ieder geval zeker niet bij, dus. Ja, Reinier kende ik wel ja. Die heeft mij ontmaagd. Maar ja, een wit droog wijntje graag, hoor. Bestel jij even?
Ze was (toen in ieder geval) minder een inneemster van haar broertjes schrijfgebeuren dan van witte droge wijn blijkbaar.
Voorbeeld van een Rorschach-test; volgens Willem zou des psychiaters muur er ongeveer zo
hebben uitgezien, waarbij de diverse kleuren met diverse soorten drank waren aangebracht.
Ik had wel de indruk dat de psychiater enigszins oud aan het worden was, want ik heb in de transcriptie van het telefoongesprek een half honderd vloeken weggelaten en halverwege wist de man eigenlijk niet eens meer wie hij aan de lijn had.
Maar toch gaf ik het toch nog niet helemaal op. Een paar maanden later belde ik nog eens, nadat we hier de complete benedenverdieping opnieuw hebben moeten laten behangen. Alles was namelijk beschimmeld na dat telefoongesprek. Maar ik kreeg geen verbinding, de telefoonaansluiting bestond niet meer.
Er waren nu twee mogelijkheden dacht ik, hij was verhuisd, misschien wel naar het bovenaardse, of er had iemand in een telefooncel de hoorn niet op de haak … Nah.
Een illusie armer, maar ervaring rijker zullen we maar zeggen. En dat is ook wat waard.
Karl May meende al zeker te weten: Zufall oder Schickung? Lieber Leser, was von diesen beiden ist wohl richtig? Hoffentlich gehörst du nicht zu denjenigen, welche an den ersteren glauben, sondern zu denen, welche wissen, daβ, wie die heilige Schrift sagt, kein Haar ohne Seinen Willen von unserem Haupte fällt. (Auf fremden Pfaden, reprint van de eerste boekuitgave van 1897, pagina 323) en Halef, du weiβt, daβ es für mich keinen Zufall giebt. Wenn die allmächtige Weisheit Gottes Ursachen und Wirkung miteinander verknüpft, deren Verbindung das schwache Auge des Menschen nicht zu erkennen vermag, so wird zur Erklärung das mir so unsympathische Wort Zufall hervorgesucht. Es ist das eine Kantara el humar (*Eselsbrücke.), über welche sogar sonst ganz kluge Leute reiten. (Am Jenseits, reprint van de eerste boekuitgave van 1899, pagina 83). Kortom: Karl May maakt hier (en op diverse andere plaatsen in zijn omvangrijke oeuvre) duidelijk dat voor hem het begrip toeval niet bestaat, maar dat alles is voorbeschikt door God. Een tamelijk krasse beweringen voor iemand die in 33 reisverhalen maar liefst 607 maal het woord toeval(lig) gebruikt, ook in situaties waarin wij dat woord gebruiken!
Voor Willem van den Hout bestond toeval in de betekenis die wij kennen evenmin: anders dan Karl May zoekt Willem het niet in een hoger wezen, maar in een onafwendbare reeks van oorzaak en gevolg, zoals hier: Voor Arie leek het natuurlijk een idioot toeval, dat hij in die strohoop de tweede kist met treintjes tegen moest komen. In werkelijkheid was het natuurlijk geen zuiver toeval, want de hele keten van gebeurtenissen die tot Aries vondst leidde, was door die treintjes zèlf veroorzaakt. (Drie jongens als circusdetective, pagina 113).
Mijn twee absolute lievelingsschrijvers, zo mag je hen met een gerust hart noemen, die dus beiden om wat voor reden dan ook niet in toeval geloven. Heeft hun overtuiging ertoe geleid dat ook ík niet in toeval geloof?
Het toeval wilde dat ik afgelopen voorjaar een kort maar krachtig bezoek bracht aan het Waddeneiland Juist. Nee, dit was inderdaad géén toeval, want alles was lang van tevoren geboekt en geregeld. Hoe dan ook, in het kader van die overzeese expeditie heb ik voor de tigste keer de complete Simmetje-serie van Georges Mazure gelezen, een andere topper in mijn boekenkast. Dat klinkt allemaal heel stoer, maar het zijn – helaas – maar zes deeltjes, die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze aan het eind een onverwachte wending hebben en dus niet zo voorspelbaar zijn als vele andere jeugdboeken. In het laatste deeltje, Simmetje en het geheim van de Zeeduivel, wordt de Nederlandse archeoloog Bouwman door twee gewetenloze boeven achtergelaten op het onbewoonde eiland Rurutu. Wikipedia leert ons dat het eiland ongeveer 572 kilometer ten zuiden van Tahiti ligt en dat het helemaal niet zo onbewoond is: er woonden in 2017 maar liefst 2.574 zielen op het eiland, maar dat doet er nu even niet toe. De heer Bouwman heeft een zakkalendertje bij zich (en blijkbaar ook een schaar) en weet met behulp van de uitgeknipte lettertjes van dat kalendertje plus hars een Nederlandstalige noodkreet te fabriceren en in een fles te proppen. De kans dat die boodschap in dat rare, onbegrijpelijke taaltje ergens in die onmetelijke Stille Zuidzee gevonden en begrepen wordt, lijkt mij vrij klein. De kans dat fles en boodschap Kaap Hoorn omronden en via de Atlantische Oceaan, de Noordzee, de Waddenzee en de Stevin- of de Lorentzsluizen in het IJsselmeer en zo pardoes in de haven van Volendam terechtkomen, lijkt mij zelfs nog veel kleiner. En toch is dat precies wat er gebeurt! Toeval? Als ik in dit of een volgend leven ooit de kans krijg om met de heren May en Van den Hout te praten, zou ik graag hun mening over dit onderwerp vernemen.
En laatstgenoemde zou ik toch eens even aan het kunstgebit willen voelen over minimaal negen van de volgende tien toevalstreffers uit de Bob Evers-serie. Kijk, dat drie jongens na een schipbreuk worden gekidnapt door een stel muiters, dat zij onraad ruiken als een man met wit haar een motorboot willen ruilen tegen een drijvend flesje of spontaan een man met een kroesbaardje vol uien- en knoflookgeur gaan helpen omdat zij het sterke vermoeden hebben dat er iets niet in de haak is, dat noem ik allemaal geen toeval: dat kan zomaar gebeuren of wordt door de schrijver afdoende verklaard. Maar ...
* | Het begint al in het eerste avontuur: De Frisco is er aan het eind van Avonturen in de Stille Zuidzee vandoor gegaan en spoorloos verdwenen. De Willi Waw vaart zeven dagen lang noord-noordwest (in de richting van de Tuamotu-eilanden), vervolgens blijven Jan, Bob en Arie twee, vier of zes maanden op hun onbewoond eiland en besluiten ze aan het eind van Drie jongens op een onbewoond eiland tot een invasie van het eiland waar Jack, Joe, Hennessey, Mickey Mouse, Harry en Barney verblijven. En uitgerekend de dag na Jans, Bobs en Aries geslaagde invasie kiest de Frisco ervoor om van alle ca. 25.000 eilanden in de Stille Zuidzee uitgerekend dát eiland aan te doen. Voor Willy blijkbaar een logische reeks van oorzaak en gevolg, voor mij puur toeval en dat nog wel dubbel! |
* | Uit alles blijkt dat de overval van Breitstein c.s. op PH-XKY tot in de puntjes was voorbereid, met volgens Breitstein alleen de noodlanding in het noordelijk deel van de Kalahari als onvoorzien element. Maar welke doorgewinterde gek kiest nou uitgerekend een vervangende vlucht, waarvan het tot nauwelijks een uur vóór vertrek nog niet eens vaststond dat ze überhaupt zou plaatsvinden, uit? Een man als Anderson zal toch zeker wel vaker per vliegtuig reizen, volgens een van te voren uitgestippelde route? Voor iemand die doelbewust een vliegtuig wil overvallen, is een vervangende vlucht, die bol staat van de toevalligheden, toch zeker een te onzekere factor? |
* | Seven Oaks, het huis van overste Bromfield, staat al jaren leeg; de oude huisbewaarder is overleden en er is sinds twee maanden een nieuwe huisbewaarder. En uitgerekend op de avond waarop John, Lois en Bob Seven Oaks met een bezoekje willen vereren, heeft deze schurkachtige huisbewaarder een afspraakje gemaakt met vier échte boeven die het huis willen leegroven. |
* | Jan en Arie besluiten om Vonnie Vassar een handje te helpen om zijn welverdiende erfenis in handen te krijgen. Een man in giraffenpak, een lading witte muizen en een hoempa-hoempa-orkest veroorzaken nog steeds niet voldoende tumult naar Jans en Aries zin, dus zij besluiten om de op de gang staande schoenen in te zamelen en op de badkamers van het hotel te verstoppen. En precies op deze avond, waarop de bengels deze stunt uithalen, bevinden zich vier diamantsmokkelaars in datzelfde hotel, die de gesmokkelde diamanten in de hakken van hun schoenen bewaren. Nog geheel afgezien van dit gegeven, dat ik als toeval zou willen bestempelen, moet ik de diamantsmokkelaar(ster) nog maar eens zien die zo weinig hersens heeft dat hij/zij onder deze omstandigheden zijn/haar schoenen buiten zet om ze te laten poetsen. |
* | Jan en Arie brengen op verzoek van ene Van Busekom een varkensleren koffer met belangrijke papieren naar Pension Zeerust in (op) Scheveningen om daar te overhandigen aan een mijnheer Buikmans. Arie brengt het als volgt onder woorden: Het idee van mijn vriendje Prins is verder brullende onzin, omdat niemand tevoren zeker kon bepalen dat mijnheer Buikmans die middag afwezig zou zijn. De man verklaart dat hij s middags meestal afwezig is, maar meestal is niet altijd en wie op deze wijze een koffer wil stelen, laat dat niet van dergelijke onzekere factoren afhangen: als altijd ben ik het met Arie eens. |
* | Jan, Bob en Arie hebben tussen Een klopjacht op een kapitein en Een raderboot als zilvervloot een dag oponthoud gehad in Nijmegen, maar zij kunnen onmogelijk weten dat Hennie Schol aan de andere kant van de grens eveneens een dag oponthoud heeft gehad. Toch zijn zij ervan overtuigd dat Hennie op dezelfde avond als zij zal arriveren in Kruiningen, hetgeen dan ook prompt gebeurt. |
* | Weken vóór Heibel in Honoloeloe begint, hebben de gangsters Mac en Bennie het prototype van Evers luchtauto ontvreemd. Pa Evers doet verscheidene vergeefse pogingen om zijn spruit aan de lijn te krijgen. Uiteindelijk begeeft het bekende drietal zich naar Honoloeloe. En laat zakenrelatie Simpson nou nét op die avond in de gaten krijgen dat hij wordt gevolgd door Zakaroea; uit alles blijkt dat deze Zakaroea Simpson al langer achtervolgt, maar hij is uiteraard nooit eerder betrapt. |
* | Diezelfde Mac en diezelfde Bennie zitten nu al wekenlang te wachten op een ingenieur van hun firma uit Chicago aan wie zij het prototype moeten overdragen tegen ruime betaling hunner bemoeiingen. En we raden het al: ook deze Nijgaard – overigens een vervanger van de oorspronkelijke ingenieur – komt exact op deze avond. Bovendien komt hij niet naar het woonadres van Mac en Bennie, waar dezen ook dat prototype bewaren, maar nee: hij begeeft zich vanaf het vliegveld regelrecht naar Harrys Bar, waar Jan, Bob, Arie en Simpson zich op het moment suprême ophouden! |
* | Al maandenlang worden in Noord-Italië vrachtautos gestolen door de professionele mafia van de heer Borrini en wellicht ook door concurrerende mafiabendes. Pa Roos en pa Prins die zakelijke belangen hebben in een aantal van deze vrachtwagens schakelen Jan, Bob, Arie en Piet Bodewes in om een einde aan deze misdadige praktijken te maken. En uitgerekend het moment dat dit vrolijke viertal zich in Bellagio aan het Comomeer bevindt, wordt door twee gelegenheidsdieven uitgekozen om in actie te komen en hun vrachtwagen vol bakstenenbont te stelen. |
* | Pa Roos laat de drie jongens de laatste jaren wel vaker voor zich werken, maar de opdracht die hij hun geeft in de Mexico-trilogie is wel héél vaag. Sterker nog: er ís helemaal geen concrete opdracht! Dat de jongens toch in de gaten krijgen wat er mis is op de Searose danken zij alleen aan het slechte humeur van Jan Prins, die niet in een taxi van het vliegveld naar het hotel in San Diego gebracht wenst te worden en dus in de gloeiende hitte gaat lopen. Vanwege een woordenwisseling met een bewaker van een plaatselijke pier krijgt hij min of meer in de gaten wat Antonio en Eduardo Rivas voor een vreemd spelletje spelen, waarna de drie jongens drie delen later pa Roos opdracht naar tevredenheid uitvoeren én daar tegelijk een bom duiten aan overhouden. |
In 1949 en 1950 verscheen het voor die tijd bijzonder opwindende blad Amors Magazine, dat grotendeels werd volgepend door onze eigen Willem. Om het blad qua afwisselend auteurschap niet al te zeer op de onderhavige Nieuwsbrief te laten lijken bediende hij zich daarbij van diverse pseudoniemen (en hier en daar een bijdrage zonder auteursnaam). In Nieuwsbrief 38 en 49 kwamen wij al twee, naar huidige maatstaven tamme, maar niet minder vermakelijke verhalen tegen die Willem onder het o zo doorzichtige pseudoniem Willy H. schreef. Dit is het derde verhaal onder dat pseudoniem, oorspronkelijk verschenen in nr. 7 van Amors Magazine. Je merkt dat Willem steeds beter in zijn rol als schrijver van erotische verhalen groeit en hij vindt het nu blijkbaar tijd worden om middels het verhaal Gewraakte onschuld keihard terug te slaan naar de dubbele moraal van allerlei (protestantse?) zedenpredikers. |
Miss Joyce, wilt U even een brief opnemen? |
Deel vijftien in een serie foto-impressies van de plaatsen van handeling van de Bob Evers-serie.
Hilversum kennen wij natuurlijk al decennialang van de kostelijke en onsterfelijke opmerking van de jeugdige Amerikaan Evers (Zijn we nu in Hilversum I of Hilversum II?) uit Een klopjacht op een kapitein. Aangezien ook belangrijke scènes uit de kersvers voltooide Tante Ginny-trilogie in deze Noord-Hollandse stad spelen, leek het mij hoog tijd om eens een kijkje in Het Gooi te gaan nemen.
Kaartje van Hilversum |
Het mooie, oude stationsgebouw waar Jan en Bob in Klopjacht op een kapitein arriveren omdat Jan weer eens geen zin had om een auto te huren, werd in 1990 gesloopt om plaats te maken voor het huidige exemplaar. Van het huidige station maakte alleen Bob in de herkansing in De gouden greep van tante Ginny gebruik. (1) |
Het oude politiebureau, ontworpen door Willem Dudok, lag niet naast Grand Hotel Gooiland, zoals Jan zich in Klopjacht meende te herinneren, maar erachter. Rond 1980 is het verbouwd tot een appartementencomplex, waarna de plaatselijke hermandad haar intrek nam in een nieuw gebouw aan de Groest, zoals Tilly Soet Bob mededeelt: Eruit, jij. Het politiebureau is vlakbij, ga daar je verhalen maar vertellen over Helenen, pistolen en gestolen autos. (2) |
Pal naast dat nieuwe politiebureau ligt het appartementencomplex waarin officieel Helena (Heleen) ten Holt zou moeten wonen, maar waar van tijd tot tijd ook Mathilde (Tilly) Soet en/of Paul Muhler huisden. Duidelijk is te zien dat dit deel van de Groest voorzien is van enkele bankjes; vanaf een daarvan hield Bob met heel veel raadsels in zn hoofd het snel van bewoners wisselende appartement in de gaten. (3) |
Het lijkt erop alsof de potsierlijke praktijken van Heleen ten Holt c.s. onverdroten verder gaan, want nu staat er warempel alwéér een andere naam op het vierde naambordje van onderen aan de rechterkant! (4) |
De ingang naar het parkeerdek boven winkelcentrum Hilvertshof bevindt zich schuin tegenover het appartementencomplex van Heleen ten Holt en haar onderhuurders. In de verte zien we de bocht die volgens Peter de Zwaan alleen iemand kan bedenken die een hekel heeft aan autos. (5) |
In Stampij om een schuiftrompet is de Dutch Swing College Band op weg naar Hilversum om een plaat op te nemen, maar dat zou een tikkeltje anders lopen, zoals we maar al te goed weten. In de Herenstraat lag, achter Hotel Hof van Holland van 1953 tot 1962 de Phonogram Studio, waar de opname plaats had moeten vinden omdat het DSC indertijd bij Philips onder contract stond. Helaas heeft zowel Hotel Hof van Holland als de Phonogram Studio inmiddels plaats moeten maken voor een van die ontelbare winkelcentra waar zowat alle Nederlandse steden mee zijn overspoeld. (6) |
Inmiddels hebben we in Nederland zowat meer rotondes dan inwoners; ook het driehoekige pleintje, waar de Doberlui ooit hun Essex (hardcover) dan wel Oldsmobile (pocket) parkeerden, is ten prooi gevallen aan de niets en niemand ontziende rotondemanie. Rondom de rotonde vinden we veel nieuwbouw, zodat het etalageportiek in het zijstraatje van waaruit Jan en Bob in een grijs verleden het hotel in de gaten hielden en waar Bob zijn klassieke opmerking maakte, niet meer bestaat. Ogenschijnlijk onveranderd daarentegen is Grand Hotel Gooiland waar diezelfde Doberlieden in deel 14 hun afspraak hadden met Hennie en waar Jan, Bob en Arie 49 delen later logeerden. (7) |
In Klopjacht wordt Grand Hotel Gooiland als volgt beschreven: Als je in Hilversum vanaf het station rechtdoor loopt, kom je al heel gauw op een zeer brede, geasfalteerde weg, De Groest geheten. Die komt uit op een driesprong met een ongeveer driehoekig pleintje in het midden. De ene zijde van de driesprong wordt ingenomen door de witte gevel van Grand Hotel Gooiland, dat een lang bordes heeft met tafeltjes en stoelen, als een soort verhoogd terras. Het verhoogde terras en het hotel zelf hebben de tand des tijds gelukkig doorstaan. (8) |
Aan het eind van De gouden greep van tante Ginny verrast Arie Jan met de mededeling dat er vlak bij Grand Hotel Gooiland een supermarkt is; op Jans argwanende vraag hoe Arie, die toch al enige jaren niet meer in Hilversum was geweest, dit wist, antwoordt Arie waardig: Voedsel. Daar weet ik alles van. Heb ik je dat niet een poosje geleden al uitgelegd?. Als onze brave Jan had geweten dat het uitgerekend om de duurste supermarkt van het land ging, zouden er nog heel wat andere gevoelens dan argwaan bij hem op zijn gekomen! (9) |
Vanuit hun hotelkamer in Grand Hotel Gooiland kijken Jan, Bob en Arie uit op deze neogotische Sint-Vituskerk. Wie neogotiek zegt, zegt Pierre Cuypers en inderdaad: hij was het die deze kerk in 1892 heeft ontworpen. t Blijft jammer dat Jan Prins de laatste jaren niet zo vaak meer in de Encyclopaedia Britannica grasduint, anders had hij Bob, Arie en ons ongevraagd kunnen meedelen dat de toren met zn net geen 100 meter de hoogste neogotische toren van ons kikkerlandje is. (10) |
Terug van weggeweest: Politiek satirisch en volkomen onafhankelijk blad voor Nuchtere Nederlanders |
De Nieuwe GIL | Nr. 3 Postbus 278 2500 AB Den Haag 7 juli 2019 |
Ronduite kandidaat om ESC te organiseren
| Caffè Filtrino. Nieuwe koffie-trend uit Italië verovert Nederland stormenderhand JOURE (ANP) – In Italië kent men de koffievariant sinds een paar jaar – nu komt deze trend ook naar Nederland. Caffè filtrino heet het brouwsel, dat met behulp van een ingewikkeld kookprocédé in speciaal voor dit doeleinde vervaardigde papieren filters bereid wordt. Deze vorm van koffie zou op termijn inheemse koffievarianten zoals cappuccino, latte macchiato, caffè crema en espresso van de markt kunnen verdringen, zo menen trendwatchers.
Dit is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd, verklaart barista Harry van Schalie uit Nijmegen, die zijn filtrino bij voorkeur zo heet mogelijk drinkt. Van Schalie is eigenaar van een trendy café in de voetgangerszone en trots wanneer hij zijn klanten iets bijzonders kan aanbieden. Fijnproevers kunnen hun caffè filtrino nog opwaarderen met suiker en/of melk, zegt hij. |
Bladzijde 2 | De Nieuwe GIL | 7 juli 2019 |
Donald Trump over Europa Exclusief interview, alleen in De Nieuwe GIL! |
PHILADELPHIA/PA. – Exclusief en alleen in De Nieuwe GIL zijn zeker geen loze woorden: het heeft onze Amerikaanse correspondente vrijwel bovenmenselijke moeite gekost om the President of the United States of America bereid te krijgen om een van zijn zeldzame interviews met niet-Amerikaanse kranten te geven. Alles in het belang van de waarheidsvinding en van u, de lezer, heeft zij zich ten slotte geheel belangeloos in the pussy laten grijpen, wat het ijs een beetje brak. Het interview werd uiteraard in het Engels afgenomen; de vertaling is van onze redactie, maar daar waar Donald Trump met zijn handjes wapperde om zijn woorden te beklemtonen hebben wij de Engelse woorden laten staan.
Oh, yes, ik ken hem goed. Die magere fellow die altijd lacht en die het waagde om mij in mijn eigen White House tegen te spreken. I like the guy. Weet u, als President of the United States of America heb je het niet altijd makkelijk. Wat je ook voor zin of onzin vertelt, iedereen doet zijn best om bij je in het gevlij te komen en alles te bevestigen wat je zegt. Mister Rutte en die Noord-Koreaanse Rocket Man waren de enigen die mij ooit durfden tegenspreken. I like that. Oprechte kerels, oprecht. En hij heeft natuurlijk een prachtige vrouw, de jonge Zorreguieta, prachtig!
Look naar al deze kleine landjes, dat kan echt niet meer. Allemaal lid van de NAVO en toch allemaal een andere mening: dat gele landje daar wil tegemoet komen aan onze eis om meer te betalen, dit paarse wil juist veel minder betalen en dit blauwe wil het liefst helemaal uit de NAVO stappen. En dan is er ook nog eentje dat Russische rockets wil kopen. Onmogelijk! En ze hebben allemaal een andere taal, allemaal. Het is een waar wonder dat jullie er ooit in zijn geslaagd om een gemeenschappelijke munt voor elkaar te krijgen. |
En Frankrijk? Dank u voor dit interview. Welterusten, mijnheer de president, slaap zacht. |
Bladzijde 3 | De Nieuwe GIL | 7 juli 2019 |
Gilletjes... rubriek voor, door en over kinderen. |
Als pappa en mamma klaar zijn met het lezen van het interview met president Trump op de vorige bladzijde, mag jij hem uitknippen en de plaatjes van nieuwe handjes of pet voorzien. |
MOPPEN: Een vrouw staat voor de rechtbank omdat zij haar man ernstig lichamelijk letsel heeft toegebracht. Op de vraag van de rechter hoe zij dat heeft gedaan, antwoordt zij: Ik gooide alleen maar een paar tomaten naar hem, edelachtbare. Rechter: Kom, kom, mevrouwtje; van een paar tomaten raakt het gezicht van uw man niet zo beschadigd. Het waren tomaten in blik, edelachtbare. Er verscheen een man in de biechtstoel en zei tegen de bisschop: Vader, vergeef me, ik heb gezondigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heb ik iets slechts gedaan. Wat heb je dan gedaan? Ik gaf heb een onderduiker een schuilplek in mijn stal gegeven. Maar dat is toch geen zonde; dat is juist een goede daad. Maar ik liet hem alle huur betalen. Dat was niet zo aardig van je, maar vooruit, je riskeerde je leven, dus het zij je vergeven. Dank u, vader. Maar ik heb wel nog een vraag. Ja? Moet ik hem vertellen dat de oorlog voorbij is? Er was eens een man die gek was op voetbal. Op een goede dag vroeg hij zich af of er in de hemel ook gevoetbald wordt. Hij besloot het na te vragen bij een deskundige: Mijnheer pastoor, weet u of ik kan voetballen in de hemel? De pastoor dacht even na en zei: Ik zal het aan God vragen; als je over een paar dagen terugkomt. heb ik een antwoord voor je. Een paar dagen later kwam de man terug om te kijken of de geestelijke al antwoord had gekregen. Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws, zei de pastoor. Wat wilt u het eerste horen? Het goede. In de hemel wordt wel degelijk gevoetbald. Ah, heel mooi! Maar wat is het slechte nieuws? Jij speelt maandag in hun team. Het meisje zegt: Ik heb het koud. Zegt haar vriend: Ga maar in de hoek staan, daar is het 90 graden. Jantje loopt met een koe door het dorp. Toevallig komt de burgemeester hem tegen: Jantje, wat ben jij met die koe van plan? Ik breng haar naar de stier, zodat die haar kan dekken, mijnheer de burgemeester. De burgemeester: Zoiets zou jouw vader toch eigenlijk moeten doen, vind je niet, Jantje? Jantje: Nee, mijnheer de burgemeester, dat moet de stier zelf doen. Weet u, vertelde de belastingmedewerker op een verjaardagsfeestje, toen ik jong was, wilde ik altijd struikrover worden. Dan bent u een van de weinige gelukkigen die erin is geslaagd om zijn jeugddroom om te zetten in werkelijkheid! |
RAADSELS (oplossingen op pagina 4) :Het heeft een been, maar het kan niet lopen. Het heeft twee vleugels, maar het kan niet vliegen. Het draagt een bril, maar het kan niet zien. Het heeft haar, maar het kan niet gekamd worden? In de Tweede Wereldoorlog had Duitsland bijna heel Europa veroverd. Een van de weinige landen die niet veroverd waren, was Zwitserland. En ook toen al bestond de grens tussen Duitsland en Zwitserland voor een groot gedeelte uit de rivier de Rijn waar op een zekere plek een grote brug overheen loopt. Aan de Duitse kant daarvan was een wachtpost. De soldaten van deze wachtpost hadden het uitdrukkelijke bevel gekregen dat er niemand over de brug heen mocht. Als er iemand vanuit Duitsland zou proberen over de brug naar Zwitserland te lopen, dan moesten ze meteen op hem schieten. Als er iemand uit Zwitserland over de brug naar Duitsland zou willen lopen, dan moesten ze die persoon onder bedreiging van hun geweer weer terugsturen. Nu was er een vrouw die vanuit Duitsland naar Zwitserland wilde vluchten. Ze zat al een hele tijd in de struiken verborgen en keek naar de brug om te zien wat daar allemaal gebeurde. Het was koud, en daarom zaten de soldaten in het wachthuisje. Precies om de drie minuten kwam er een soldaat naar buiten, om te kijken of er iemand op de brug was. Nu was de brug zo lang, dat het misschien wel tien minuten zou duren voor zij over de brug naar de overkant kon lopen. Dus begreep ze wel, dat het haar waarschijnlijk nooit zou lukken om veilig de overkant te kunnen halen. Toch kreeg ze op een zeker moment een goed idee en ze slaagde er inderdaad in, om veilig over de brug naar Zwitserland te lopen. Hoe dacht jij dat ze daarin slaagde? Johns moeder heeft vier kinderen, aan wie zij de namen Winter, Spring en Summer had gegeven. Maar hoe heette haar vierde kind? Twee moeders en twee dochters gaan uit eten. Iedereen eet één hamburger. Toch worden er maar drie hamburgers gegeten. Hoe kan dat? Waarom ging John-Paul de Jong naar Roda JC? Waarom zijn getrouwde vrouwen dikker dan single vrouwen? Verbind de puntjes: |
Lezerspost |
Bladzijde 4 | De Nieuwe GIL | 7 juli 2019 |
Kort nieuws Van dat hééle korte, weet u niet? Door een politiek schandaal in Oostenrijk is het nummer Were going to Ibiza van the Vengaboys in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Sinds kort mogen vrouwen in Saoedi-Arabië ook achter het stuur van een auto plaatsnemen. Omdat er in het hete land alleen maar geblindeerde Hummers en andere patserautos rondrijden, is het moeilijker geworden om te zien of een auto door een vrouw of een man wordt bestuurd. Daarom is bij wet vastgelegd dat mannen rechts moeten rijden en vrouwen links. Door een politiek schandaal in Frankrijk is het nummer Make up your make up van the Shoes in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. De opwarming van de aarde stelt Nederland voor nieuwe uitdagingen: aan de zuidkant wordt ons kikkerlandje bedreigd door tijgermuggen en het draaigatje, aan de oostzijde rukt de Aziatische hoornaar op, terwijl de westflank van ons land blootgesteld wordt aan de Amerikaanse rivierkreeft, maar het opvallendst is de invasie van ijsberen in het noordelijk deel van het land. De meeste van deze beesten brengen allerlei enge ziektes zoals malaria, knokkelkoorts en gele koorts met zich mee, maar met welke enge ziekte deze laatste beesten ons land komen verrijken, is nog niet bekend. Door een politiek schandaal in Ierland en Noord-Ierland is het nummer Living on an island van Status Quo in die landen na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Op 22 maart j.l. veranderde de hoofdstad van Kazachstan weer eens van naam: Noersoeltan is de nieuwe naam (naar de eerste president van het onafhankelijke Kazachstan, Noersoeltan Nazarbajev). Het is al de vijfde naam van deze stad in de steppe in haar nog geen 200-jarige bestaan. Leden van het Republikeins Genootschap in Nederland staan te popelen om het Oranjehuis zijn macht te ontnemen en een republiek te vestigen, zodat zij de naam van onze hoofdstad kunnen veranderen in Irrgang, naar een van de oprichters van dat overbodige clubje van Irrsinnigen. Door een politiek schandaal in Duitsland is het nummer Shake your body van the Jacksons in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. De Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman is door de regering van zijn land op zijn vingers getikt omdat hij tijdens de G20-top in Osaka een tête-à-tête had met de Koningin der Nederlanden. Een vrouw die haar man in het openbaar een beetje dom noemde, wordt in het misogyne, conservatief-islamitische land gezien als een incarnatie van Shaitan. Door een politiek schandaal in Italië is het nummer Benvenuto van Laura Pausina in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. De relatie tussen Taiwan en China is verder onder druk komen te staan nu Taiwan – voorheen: Formosa – bij zijn voormalige bondgenoot de Verenigde Staten meer dan honderd tanks en antitankraketten ter waarde van meer dan twee miljard dollar heeft besteld. Zoals bekend beschouwt Taiwan – officieel: Republiek China – het vasteland van China (officieel: Volksrepubliek China) als 33 afvallige provincies en regios. |
Door een politiek schandaal in Groot-Brittannië is het nummer Dont leave me this way van the Communards in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Op 18 april werd een grote groep demonstranten van de belangengroepering BIJ1 in de Drechttunnel tegengehouden door een klein aantal Blokkeer-Zuid-Hollanders. Sylvana Simons, Simone van Saarloos en hun getrouwen wilden in Dordrecht demonstreren tegen het verschijnen van drie nieuwe Bob Evers-boeken. De stereotype rood-gele kleur van de boeken is discriminerend tegenover anders gekleurde boeken, aldus een boze Simons. Door een politiek schandaal in Turkije is het nummer I dont want your Freedom van Wham! in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Sinds de arrestatie van drie stafleden van de Civiele Dienst Tripolitaanse immigratie en hun detentie in de penitentiaire inrichting van Lotisico is het op de Middellandse Zee een komen en gaan van illegale emi- en immigranten. Een nieuwe fase van dit drama, waarbij meer mensen verdrinken dan er in het beloofde land aankomen, trad in toen de chef van de carabinieri op het eiland Pantelleria, Baldassare Del Vecchio, een opsporingsbevel liet uitgaan voor de beruchte Amerikaanse mensensmokkelaar Pablo Peraira wiens aanwezigheid op het eiland geattesteerd zou zijn. De Nieuwe GIL zal de gang van zaken nauwlettend volgen en u in een volgend nummer verslag doen. Door een politiek schandaal in Griekenland is het nummer Money Money Money van Abba in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. De vrouw van de Meppelse auteur Peter de Zwaan werd vanmiddag betrapt op de Dordtse Boekenmarkt terwijl zij een reisgids van Kirgizië afrekende. Bij gewone stervelingen denk je in zon geval eerder aan onorthodoxe vakantieplannen, maar in het geval van creatieve figuren is het best mogelijk dat de sympathieke schrijver in het diepste geheim bezig is met een boek als Beslommeringen in Bisjkek of Kapsones in Karakol. De tijd zal het leren. Door een politiek schandaal in Iran is het nummer Amerika van Rammstein in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Omdat de naam Christchurch sinds de aardbeving van 2011 en de aanslagen van 2019 een negatieve klank heeft gekregen overweegt het stadsbestuur om de naam van de stad te veranderen. In plaats de het voor de hand liggende oude Maori-naam van de stad, Otautahi, zou de voorkeur – in navolging van de Kazachse hoofdstad – uitgaan naar de naam Jacinda: naar de huidige premier Jacinda Andern, die de bevolking na de aanslagen tot zo grote steun was. Door een politiek schandaal in Zuid-Afrika is het nummer A.I.D.S. van Method Of Destruction in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. Op 5 mei 2020 zal de Dutch Swing College Band ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan het officiële openingsconcert geven in het cultuurgebouw OCC in Den Haag. Het gebouw van architecten Jo Coenen en Patrick Fransen is qua interieur een ode aan het in 1964 afgebrande Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen aan de Zwarteweg, waar dit jazzorkest zo vele triomfen vierde. In een van o.a. André Hazes, Frank Zappa en Amy Winehouse afgekeken techniek zal de klassieke bezetting (Peter Schilperoort, Wybe Buma, Dim Kesber, Wim Kolstee, Arie Ligthart, Bob van Oven, Joop Schrier en André Westendorp) nog éénmaal live optreden, maar nu als hologram. Onzichtbaar voor het publiek in de zaal zal het enige Friese lid van de Big Chris Barber Band een gastoptreden met schuiftrompet in het souffleurshokje verzorgen. Door een politiek schandaal in Vanuatu is het nummer Going back to China van Diesel in dat land na jaren ineens op nummer 1 beland op iTunes. |
Oplossingen van de raadsels op pagina 3:
(1) Een neus.
(2) De vrouw wachtte tot een van de soldaten de brug verkend had en weer naar binnen ging. Daarna liep ze snel op de brug toe en begon richting Zwitserland te lopen. Toen ze 2 minuten en 55 seconden gelopen had, keerde ze zich om, en liep weer richting Duitsland. Even later kwam er een soldaat naar buiten die dus dacht, dat zij van Zwitserland naar Duitsland wilde gaan. Met het geweer in de aanslag beval hij haar om zich om te draaien en weer richting Zwitserland te lopen. Wat zij natuurlijk maar al te graag deed.
(3) John.
(4) Het waren een oma, een moeder en een kleindochter.
(5) Hij wilde even niks meer met voetbal te maken hebben.
(6) Single vrouwen komen thuis, zien wat er in de koelkast staat en gaan naar bed. Getrouwde vrouwen komen thuis, zien wat er in bed ligt en gaan naar de koelkast.
(7)
Nieuwsbrief 52 |
Nieuwsbrief 53 als pdf |
Nieuwsbrief 54 |
Register van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Nieuwsbrief |
Startpagina van de Apriana |