SITVS ERVDITIONIS CLASSICAE CVLTAEQVE


EUR | EUR



In het mooie jaar 1942 zou er een wereldtentoonstelling - de 52ste, om precies te zijn - plaatsvinden in Rome. Wereldtentoonstellingen zijn grote internationale exposities, die vanaf 1851 met onregelmatige tussenpozen in verschillende landen gehouden werden en waar de deelnemende landen een beeld kunnen geven van hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling. Na verloop van tijd groeide het fenomeen wereldtentoonstelling uit tot een groots evenement waar ieder land zijn trots kon presenteren. Belangrijke uitvindingen - zoals de eerste telefoon, de eerste auto en de eerste platenspeler - werden allemaal op een wereldtentoonstelling aan de wereld gepresenteerd. De diverse landen die aan zo’n wereldtentoonstelling deelnemen, sturen hun beste architecten om - doorgaans tijdelijke - paviljoens te bouwen, zoals RECO Productions (het Nederlandse paviljoen op de Expo 1992 in Sevilla), MVRDV Architecten (het Nederlandse paviljoen op de Expo 2000 in Hannover), John Körmeling (het Nederlandse paviljoen in de vorm van een tulp op de Expo 2010 in Shanghai). Zoals gezegd: de meeste paviljoens waren tijdelijk van aard, maar soms werden er ook gebouwen neergezet, die langere tijd bleven bestaan (Crystal Palace, Londen, 1851) of soms zelfs nog steeds existeren (Eiffeltoren, Parijs, 1889; Atomium, Brussel, 1958).
Het behoeft verder geen betoog dat dergelijke wereldtentoonstellingen vaak een uiting van nationalisme zijn; wat dat betreft, was het fascistische Italië (1922-1943) zeker geen uitzondering: zoals gezegd, zou in 1942 de Italiaanse wereldtentoonstelling gehouden worden en die zou alle voorafgaande wereldtentoonstellingen in de schaduw stellen. Daarom werd er een tot dan toe vrijwel onbebouwd terrein van meer dan 400 hectare uitgezocht, ten zuiden van Rome, langs de Via del Mare: die mooie spiksplinternieuwe, door Mussolini (voluit: Benito Amilcare Andrea Mussolini, * 29 juli 1883 , † 28 april 1945) aangelegde „Autobahn” richting Ostia, waar welgestelde Italianen trots hun Alfa Romeo’s, FIATs, Ghia’s, Isotta-Fraschini’s, Lancia’s en Maserati’s konden showen (nee, de Ferrari en de Lamborghini bestonden toentertijd nog niet!). In tegenstelling tot alle voorafgaande wereldtentoonstellingen was het de bedoeling dat de gebouwen in deze wijk permanent zouden zijn, een heel moderne, milieuvriendelijke gedachte!
Mussolini wilde Rome uitbreiden tot aan de zee; het terrein van de E42 (Esposizione ’42; later E.U.R. genaamd: Esposizione Universale di Roma; de oorspronkelijke spelling met puntjes is inmiddels vervangen door de drie letters zonder puntjes ertussen) moest onderdeel gaan uitmaken van deze stadsuitbreiding. De EUR wordt door velen gezien als een moderne variant van de antieke Romeinse stedenbouw of liever nog, van de renaissancistische Città Ideale, maar dan met ultramoderne, neoclassicistische gebouwen van gigantische afmetingen, zoals ze tijdens het fascisme gebruikelijk waren.


Computeranimatie van het oorspronkelijke plan uit 1935


Het ontwerp van de wijk stamt al uit 1935 en stond onder leiding van de architect Marcello Piacentini (* 8 december 1881 , † 19 mei 1960). Veel van de kaarsrechte straten in de wijk zijn genoemd naar beroemde Italianen (Via Cristoforo Colombo, Piazza Guglielmo Marconi, Piazza Giovanni Agnelli, Via Giuseppe Tomasi di Lampedusa, Viale Carlo Levi etc.) en „Italiaanse uitvindingen’ (Via dell’Elettronica, Via della Fisica, Viale della Scultura, Via della Civiltà Romana, Via della Pittura etc.). Soms is er een rare gedachtekronkel nodig om de connectie met Italië te bedenken: de beroemdste schilder van het maniërisme was natuurlijk onze „eigen” Rembrandt Harmenszoon van Rijn; het maniërisme is een Italiaanse uitvinding en zo valt dan het bestaan van de Viale Rembrandt te verklaren ...
De eerste gebouwen verrezen in 1939; maar op 10 juni 1940 raakte Italië betrokken bij de Tweede Wereldoorlog, want toen het duidelijk was dat Duitsland aan de winnende hand was, koos het land de verkeerde kant („Ik kwam, toen ik zag, dat hij overwon,” vrij naar Julius Caesar ...). Daardoor werd de bouw in 1941 gestaakt; Rome werd op 19 juli 1943 gebombardeerd – de E.U.R. in aanbouw bleef gelukkig gespaard – en een paar dagen later viel het fascistische regime, zodat het hele project in de vergetelheid raakte. Het Heilige Jaar in 1950 en de Olympische Spelen in 1960 hadden echter tot gevolg dat het project hervat werd: in 1950 werd de Via Cristoforo Colombo aangelegd tussen Rome en de EUR; er kwam zelfs een metrolijn, zodat de wijk vanaf Stazione Termini binnen een kwartier bereikbaar werd. Er kwam een cultureel en administratief centrum van de grond, benevens een kantorencomplex en flatgebouwen. De straten in de uitbreiding naar het zuiden toe kregen meer internationale namen, die politiek neutraal waren: straten, genoemd naar landen, zeeën en werelddelen (Via Cina, Via Marocco, Via dell’Oceano Pacifico, Viale Africa enz.), naar Europese steden (Via Edimburgo, Via Bilbao, Via Helsinki en ja hoor: natúúrlijk is er ook een Via Rotterdam!) en naar wereldleiders (Via Konrad Adenauer, Piazza Gandhi, Piazza John Fitzgerald Kennedy en het Largo Mustafa Kemal Ataturk: geen schrijffout, maar onze Italiaanse talenknobbeltjes hebben nou eenmaal problemen met Umlaute...: kijk maar op de afbeelding van het monument voor de Turkse leider op dat plein, hiernaast: de woorden Pace nella patria, pace nel mondo waren ’s mans devies, maar dan natuurlijk in het Turks: Yurtta Barış, Dünyada Barış, voorzien van zijn naam - zonder Umlaut.


De situatie in 1953: slechts enkele gebouwen zijn helemaal gereed, de meeste nog in aanbouw, terwijl het omringende land nog braak ligt


Ten behoeve van de 17e moderne Olympische Spelen bouwden de architecten Marcello Piacentini en Pier Luigi Nervi (* 21 juni 1891 , † 9 januari 1979, de beroemdste Italiaanse architect van de 20e eeuw) het Palazzo dello Sport (dat tegenwoordig de commerciële naam PalaLottomatica moet torsen). De ronde sporttempel – met een diameter van 95 meter – wordt algemeen beschouwd als een van de meesterwerken der moderne Italiaanse architectuur en een van de belangrijkste indoor-sportarena’s van heel Europa. Het stadion heeft acht ontmoetingspunten, een restaurant voor 300 mensen en een terras van 2700 m²; de sporthal zelf biedt plaats aan 11.200 toeschouwers en is de thuisbasis van Virtus Roma, een van de bekendste basketbalteams van Italië.

Op het hoogste punt van de EUR - aan de westzijde - bouwde Arnoldo Foschini (* 26 september 1884 , † 24 maart 1968) van 1937 tot 1941 de Basilica dei Santi Pietro e Paolo (de basiliek van St. Petrus en Paulus, sinds 1965 een van de 143 titelkerken in Rome; een titelkerk is een kerk binnen het Bisdom Rome, die titulair wordt toegekend aan kardinaal-priesters en kardinaal-diakens). De voltooiing van de kerk vond overigens plaats in 1955, dus tien jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog; de koepel heeft een diameter van 32 m. Het interieur van de kerk wordt gedomineerd door de figuur van Christus Triumphator boven het hoofdaltaar; links, in de Kapel van de Onbevlekte Ontvangenis, is een mooi mozaïek te zien van de Madonna met het Kind, omringd door een koor van engelen; aan de rechterkant, in de Kapel van Sint Franciscus, vinden we een mozaïek van de heilige uit Assisi met enkele heilig verklaarde volgelingen.





Van 1938 tot 1943 bouwde het architectentrio Giovanni Guerrini (* 29 mei 1887 , † 20 maart 1972), Ernesto Bruno La Padula (* 6 augustus 1902 , † 24 januari 1968) en Mario Romano (* 15 december 1898 , † 18 juni 1946) het Palazzo della Civilità Italiana (ook bekend onder de naam Palazzo della Civiltà del Lavoro: Paleis van de Italiaanse Beschaving resp. Paleis van de Beschaving van het Werk). Hoewel de definitieve voltooiing pas na de Tweede Wereldoorlog - in 1953 om precies te zijn - plaatsvond, werd het gebouw al op 30 november 1940 ingewijd. Het geldt niet alleen als dé blikvanger van de EUR, maar ook als hét symbool van het rationalisme (ook wel stile Littorio genoemd; zeg maar: fascistische kunst/architectuur).


Het Palazzo della Civiltà del Lavoro tijdens de bouw. Het gebouw maakte zijn filmdebuut in 1945, in de meesterlijke, neorealistische film „Roma città aperta” van Roberto Rossellini (voluit: Roberto Gastone Zeffiro Rossellini, * 8 mei 1906 , † 3 juni 1977) en zou later in nog minstens dertig andere Italiaanse en internationale films figureren.


Het gebouw, dat geheel bestaat uit travertijn, heeft de vorm van een 60 meter hoge kubus (of liever gezegd: van een parallellepipedum oftewel een veelvlak met zes zijden, die alle zes een parallellogram zijn) bovenop een basis van 8400 m², met aan alle kanten zes rijen bogen, die elk negen bogen breed zijn. Het aantal rijen is zes, omdat de voornaam van Mussolini uit zes letters bestaat; het aantal bogen per rij is negen, omdat ’s mans achternaam negen letters telt. Vanwege deze bogen - in de fascistische zienswijze een ode aan het Colosseum - luidt de bijnaam van het gebouw „il Colosseo Quadrato”, het Vierkante Colosseum. In de onderste rij bogen staan 28 standbeelden uit Carrarisch marmer van elk 3,4 m hoog: allegorieën van diverse industrieën en kunsten (zoals heldendom, muziek, landbouw, filosofie en wiskunde). Naast de vier hoeken staan evenzoveel standbeelden van de Dioscuren (Castor en Pollux), gemaakt door Alberto de Felci (?) en Publio Morbiducci (* 28 augustus 1889 , † 31 maart 1963).




Op de gevel staan de beroemde woorden un popolo di poeti, di artisti, di eroi, di santi, di pensatori, di scienziati, di navigatori, di trasmigratori (met jullie kennis van het Latijn hoef ik deze toch zeker niet te vertalen?) uit de redevoering die Mussolini op 2 oktober 1935 hield als reactie op de aangekondigde sancties van de Volkenbond naar aanleiding van de inval in Abessinië, het huidige Ethiopië.



Het zou - zelfs voor mijn doen - te ver voeren om op alle details van deze 28 beelden in te gaan, maar graag wil ik jullie aandacht vestigen op het veertiende en het zestiende beeld hierboven: deze dames houden een model van het „Vierkante Colosseum” resp. een stapel papieren waarop de woorden Roma caput mundi te lezen zijn, in hun rechterhand.


Op 18 juni 2013 huurde het Italiaanse luxe modehuis Fendi het acht verdiepingen tellende gebouw voor de duur van vijftien jaar; er werd overeengekomen dat de begane grond bestemd zou worden voor - door Fendi betaalde - tentoonstellingen die voor het publiek gratis toegankelijk zouden zijn om de „creativiteit en het vakmanschap van het Italiaanse genie te eren”.


Tentoonstelling van een kunst-achtig iets (2017).
De gelijkenis met de door onze voorouders gebouwde kano van Pesse (tussen 8200 en 7600 v.C.) is frappant: misschien staat moderne „kunst” niet eens zo ver af van het Holoceen
😉


In de lege benendenverdieping heeft de ene tentoonstelling plaats moeten maken voor de volgende (2019)


Het eerste gebouw in deze nieuwe wijk dat gereed kwam (in 1939), was het Palazzo degli Uffici van architect Gaetano Minnucci (* 10 maart 1896 , † 1 mei 1980). Het bestaat uit twee naast elkaar staande gebouwen, het ene vierkant met een binnenplaats, het andere rechthoekig en open voor het publiek. Voor het rechthoekige gebouw trekt een fontein versierd met zwart en wit marmer de aandacht. Voor we de fontein zien, trekt vóór het rechthoekige gebouw in de Via Ciro il Grande een meer dan manshoog standbeeld van een jongen die de fascistische groet uitvoert de aandacht; na de Tweede Wereldoorlog bracht men sporthandschoenen op het beeld aan en werd het beeld omgedoopt in Genio dello Sport, de „Sportgenius”. Het vierkante gebouw met z’n binnenplaats doet ons sterk denken aan het Groot Handelsgebouw in Rotterdam; net als in Rotterdam zijn er bedrijven in gevestigd. Naast de enorme toegangsdeur zien we een gigantisch reliëf van Publio Morbiducci: Storia di Roma attraverso le opere edilizie (Geschiedenis van Rome aan de hand van al zijn bouwwerken).
De kunstenaar heeft als het ware drie Romes afgebeeld: dat van de Oudheid, dat van de Renaissance en dat van het Fascisme. Op deze manier legitimeert hij de heerschappij van Mussolini als regelrechte voortzetting, ja, zelfs als climax van die van de Romeinse heersers en de pausen. Van boven naar beneden zien we o.a. Romulus en Remus - het zal eens een keertje niet -, het ploegen van het pomerium (het gewijde gebied van Rome dat oorspronkelijk door Romulus zou zijn aangebracht door met een ploeg een vore te trekken rondom de stad), de Tempel van Jupiter Capitolinus, lictoren met de onvermijdelijke fasces (πῶς γὰρ οὔ;), Julius Caesar, Augustus, de Flavii, het Colosseum, de inname van Jeruzalem, de Boog van Titus, het Pantheon, de bekering van Constantijn, de Santa Maria in Cosmedin die de Middeleeuwse stad vertegenwoordigt, de nieuwe Sint-Pieter met de koepel van Michelangelo als vertegenwoordiging van de Renaissance, Paus Sixtus V, het oprichten van de obelisk op het Sint-Pietersplein, Garibaldi, het Monument voor Victor Emanuel II, fascistische bouwwerken en Mussolini op z’n paard te midden van fascistische soldaten en twee kinderen die il Duce onthalen. In de zomer van 1943, kort na de afzetting van Mussolini, werd het gezicht van de ex-dictator beschadigd als een modern soort damnatio memoriae (vervloeking van de herinnering), een lot dat lang voor hem ook al diverse Romeinse keizers ten deel was gevallen - ook in die zin vormt hij een voortzetting van het verleden. Van de toentertijd littekens is nu overigens niets meer te zien: blijkbaar duurde de damnatio memoriae niet eeuwig, zoals we al meenden te mogen constateren aan de hoeveelheid Mussolini-souvenirs - tot aan Mussolini-wijn aan toe - die men in de binnenstad aan de man probeert te brengen.




De reeks fonteinen voor het rechthoekige gebouw van het Palazzo degli Uffici, met aan weerszijden achttien reliëfs in zwart en wit marmer met mythologische, historische en propagandistische afbeeldingen, zoals Hercules en Cacus, Silvanus, Flora, Aeneas nadert de monding van de Tiber, de vernietiging van Carthago, Rome als heerseres van de zee, de Italiaanse jeugd, de Adriatische Zee, de Tyrrheense Zee, de Middellandse Zee en symbolische voorstellingen van de kunsten, techniek, bouwwerken, de hulpverlening, het leger en natuurlijk ook de overwinning (die er nooit kwam).


Op de lange zijde van het rechthoekige gebouw van het Palazzo degli Uffici staat groot geschreven: La terza Roma si dilatera sopra altri colli lungo le rive del fiume sacro sino alle spiagge Tirreni (Het derde Rome breidt zich uit over enkele heuvels langs de oevers van de heilige rivier tot aan de Tyrrheense stranden): weer die verwijzing naar het Rome van Mussolini, dat een directe voortzetting is van het Rome uit de Oudheid en de Renaissance.
Best grappig dat zijn vriendje Adolf H. het ook had over een Derde Rijk, als voortzetting van het Heilige Roomse Rijk (dat op zijn beurt ook al gold als voortzetting van het Romeinse Rijk) en het Duitse Keizerrijk!


Architect Adalberto Libera (* 16 juli 1903 , † 17 maart 1963) bouwde van 1938 tot 1954 het Palazzo dei Ricevimenti e dei Congressi, kortweg: Palazzo dei Congressi (Congrespaleis). De façade - een kubus van 45 meter doorsnede bovenop een 60 meter lange zuilengalerij, was in 1943 al grotendeels klaar, maar door alle naoorlogse perikelen bleef het gebouw verder onafgemaakt tot 1954. Tijdens de Olympische Spelen van 1960 was het Palazzo dei Congressi in gebruik als sporthal bij het schermen en de moderne vijfkamp, nadien als congrescentrum, zoals de naam al enigszins doet vermoeden...



Rondom de Piazza Guglielmo Marconi, waar een grote obelisk (1950) ter ere van Guglielmo Marconi (voluit: Marchese Guglielmo Giovanni Maria Marconi, * 25 april 1874 , † 20 juli 1937, de uitvinder van de draadloze telegrafie en de radio in 1896) staat, treffen we drie musea aan: het Museo delle Arti e Tradizioni popolari (Museum van Volkskunst en Folklore, 1956), het Museo Preistorico Etnografico Luigi Pigorini (Museum voor Volkenkunde en van de Prehistorie, 1962; het museum is genoemd naar de bekende archeoloog en politicus Luigi Pigorini, * 10 januari 1842 , † 1 april 1925) en het Museo dell’Alto Medievo (Museum van de Vroege Middeleeuwen, 1967).




Het zou misschien een tikkeltje te ver voeren om alle gebouwen in deze wijk uitvoerig te beschrijven; ik noem slechts het Palazzo dell’INA en het Palazzo dell’INPS (beide symmetrisch tegenover elkaar liggende, halfronde kantoorgebouwen zijn ontworpen door het architectentrio Giovanni Muzio (* 12 februari 1893 , † 21 mei 1982), Mario Paniconi (* 1 maart 1904 , † 24 september 1973) en Giulio Pediconi (* 31 januari 1906 , † 19 september 1999) en ten behoeve van twee verzekeringsmaatschappijen gebouwd tussen 1939 en 1952), het Archivio Centrale dello Stato (Ministerie van Erfgoed en Cultuur, 1960), het Palazzo INAIL (in 1965 gebouwd als hoofdkantoor van Alitalia, maar nu hoofdkantoor van de verzekeringsmaatschappij INAIL) en het spectaculaire Nuovo Centro Congressi, ook wel La Nuvola Fuksas (de Wolk van Fuksas) genoemd: een congres- en kantorencomplex, waarbinnen zich een „wolk” van 65 meter breed bevindt met een auditorium van 1850 zitplaatsen en bijbehorende diensten erin, van de hand van architect Massimiliano Fuksas, * 9 januari 1944).




Helaas wordt het voor ons interessantste gebouw op dit terrein momenteel – alweer! – gerestaureerd: het Museo della Civiltà Romana van de tekentafels van de architecten Pietro Aschieri (* 26 maart 1889 , † 11 maart 1952), Cesare Pascoletti (* 1 december 1898 , † 26 juni 1986), Gino Peressutti (* 21 juni 1883 , † 4 oktober 1940) en Domenico Bernardini; de bouw werd gesponsord door FIAT (het museum ligt niet voor niets aan de Piazza Giovanni Agnelli: dit was een van de eerste directeuren van FIAT en voorzitter van Juventus FC) en was bestemd om gewijd te worden aan de „glorie van de fascistische overwinningen”; die waren toch minder talrijk dan menigeen had gehoopt of gedacht, zodat de bouw al snel stil kwam te liggen. Van 1952 tot 1955 werd het gebouw echter toch voltooid; de reden waarom men dit eigenlijk veel te grote museum wilde voltooien, lag al in het verre verleden: ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Italiaanse Staat was er in 1911 in de Thermen van Diocletianus een tentoonstelling van modellen van Romeinse gebouwen georganiseerd, op instigatie van de beroemde Italiaanse archeoloog Rodolfo Lanciani (* 2 januari 1845 , † 21 mei 1929). In de fascistische periode, waarin de grandeur van het Romeinse Rijk breed werd uitgemeten, kreeg de collectie met modellen tot twee keer toe een nieuwe locatie toegewezen, met als bekendste locatie het Palazzo delle Esposizioni aan de Via Nazionale, waar in 1937 een tentoonstelling werd gehouden ter gelegenheid van de viering van het 2000e geboortejaar van keizer Augustus.
Het museum bestaat uit twee enorme gebouwen die door een zuilengalerij met elkaar zijn verbonden; het totale tentoonstellingsoppervlak beslaat maar liefst 12.000 m² en is verdeeld in 59 zalen met een gemiddelde hoogte van tien meter! Het museum is vooral interessant omdat wij er de ontwikkeling kunnen volgen van een volk van eenvoudige boer’n en herders die een nederzetting stichtten die zou uitgroeien tot een rijk dat het wereldbeeld meer dan duizend jaar zou bepalen.
De expositie begint met een grote maquette die het oude Rome van de 5e eeuw v.C. voorstelt. Binnen de stadsmuren zijn de twee heuveltoppen van het Capitool duidelijk te zien, met op de Arx de Tempel van Jupiter, net als de loop van de Tiber met in het midden het Tibereiland. Aan de voet van de twee heuvels ligt het Forum Romanum, dat in het zuiden begrensd wordt door de Palatijn; in deze vijfde eeuw v.C. is het gebied van het Forum net drooggelegd, dus er is nog niet al te veel bebouwing te zien. De Tiber wordt overspannen door de Pons Sublicius, de eerste grote vaste brug, gebouwd in de tijd van koning Ancus Marcius en bekend door het optreden van Horatius Cocles (T. Livius, „Ab Urbe Condita”, II.10).




De volgende zalen tonen de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van Rome: er zijn reconstructies te zien van grote veldslagen en overwinningen. Modellen brengen bekende monumenten tot leven, zoals het Colosseum en het Stadion van Domitianus (Zaal 11) of de Villa Hadriana (Zaal 12). Bijzonder interessant is het model van de Zuil van Traianus (Zaal 51), waarop de spiraal van bas-reliëfs, die het verhaal van de Dacische Oorlogen vertelt, van dichtbij kan worden bekeken. Alle 114 afbeeldingen (tekeningen en foto’s, met natuurlijk een beschrijving) zijn elders op deze website te vinden.
Een bezoek aan het museum eindigt steevast bij de enorme maquette van Rome in de tijd van keizer Constantijn. Deze is al in 1937 door de architect Italo Gismondi (* 12 augustus 1887 , † 2 december 1974) gemaakt (net als de maquette van het archaïsche Rome uit Zaal 1), op een schaal van 1:250 en dat is een heel stuk groter dan de soortgelijke maquette die men in Brussel kan bewonderen! De Eeuwige Stad is in al zijn glorie te bewonderen en de bezoeker kan alle monumenten, waarvan sommige nog altijd bestaan en andere verdwenen zijn, onderscheiden.






Nog een, nee vooruit: twee laatste blikken op de EUR en dan wordt het tijd om ons in het bruisende Romeinse nachtleven te storten! 😉





Terug naar de Romereis 2024.

Naar de Situs Educationis Classicae Cultaeque.
Naar de Situs Classicus.


Google
www op deze website