SITVS ERVDITIONIS CLASSICAE CVLTAEQVE
Il Mausoleo di Augusto | Het Mausoleum van Augustus
1 = de ingang, aan de zuidzijde van het mausoleum |
Naast de huidige plek van de Ara Pacis staat het Mausoleum van
Augustus. Het woord mausoleum is afgeleid van de naam van
Maus(s)olos, satraap - Perzische stadhouder - van Karië (in het zuidwesten van het huidige Turkije) van 377 tot 353 v.C., die zijn architect een in de antieke wereld
erg bewonderd grafmonument liet bouwen: het Maus(s)oleion in Halicarnassus, een van de zeven klassieke wereldwonderen. Dat het grafmonument van Augustus al in diens eigen
tijd mausoleum werd genoemd, duidt erop dat de voorbeelden voor het grafmonument van Augustus te zoeken zijn in het Hellenistische oosten. Toen Augustus (toen nog
Octavianus geheten) in 29 v.C. met de bouw begon, was hij juist na de overwinning op Cleopatra VII (voluit: Cleopatra VII Philopator, * januari 69 , 12 augustus 30 v.C.)
en Marcus Antonius (* 14 januari 83 , 1 augustus 30 v.C.) uit het oosten teruggekeerd, en men neemt aan, dat hij in Alexandrië
het grafmonument van Alexander de Grote bezichtigd had en zo werd geïnspireerd tot het bouwen van een eigen
monumentaal graf; hij zal tijdens de reizen door zijn rijk ongetwijfeld ook het grafmonument in Halicarnassus (het huidige Bodrum) hebben gezien. Andere inspiratiebronnen voor
Augustus bouwwerk zijn geënt op inheemse tradities, zoals de Etruskische graftumuli (o.a. in Cerveteri, zon 30 kilometer ten noorden van Rome). Deze volkomen
verschillende inspiratiebronnen hoeven ons niet te verbazen: juist Augustus stond voor een vermenging van de traditioneel-Romeinse en de Hellenistische cultuur, een tamelijk
nieuw idee in die tijd.
In het ronde mausoleum - 87 meter in doorsnee - aan de boorden van de Tiber leiden enkele ringvormige, concentrische gangen met wanden van tufsteen naar een centrale grafkamer,
waarin waarschijnlijk de asurnen van Augustus en zijn gemalin Livia, zijn kleinkinderen Lucius en Gaius Caesar, zijn zuster Octavia en Marcellus waren bijgezet. In het mausoleum
waren verder nog Agrippa, Agrippina maior, Britannicus, Claudius, Drusus, Germanicus en
Tiberius begraven. Ook Nerva, de niet van Augustus
afstammende opvolger van de vermoorde Domitianus, liet zich om redenen van staatsbelang in het mausoleum van
Augustus bijzetten. In de vroege derde eeuw liet ook Julia Domna, de vrouw van keizer Septimius Severus, die
haar afstamming herleidde tot de Julisch-Claudische keizerlijke familie, zich in het mausoleum bijzetten. Afgezien van deze laatste twee personen
zou je dus kunnen zeggen dat hier de grafurnen van bijna de volledige Julisch-Claudische dynastie stonden, op die van
Caligula en Nero - de laatste, kinderloze
keizer uit dit huis - na.
In 2011 is het vermoedelijke graf van Caligula gevonden nabij zijn buitenverblijf aan de rand van het Meer van Nemi, ten zuidoosten van Rome. Neros
geest spookte volgens de verhalen nog eeuwenlang elke nacht rond de plek waar hij met een beetje hulp van zijn slaaf Epafroditus zelfmoord had gepleegd, op de huidige Piazza
del Popolo; paus Paschalis II was aan het begin van de twaalfde eeuw die spookverhalen zo grondig beu, dat hij de boom
die bovenop het graf van Nero was geplant en waaromheen de geest van Nero regelmatig werd gesignaleerd, liet omhakken. Onder de wortels van de boom ontdekte men inderdaad een skelet,
waarvan men aannam dat dit het gebeente van Nero was. De paus liet het skelet verbranden en de overgebleven as in
de Tiber gooien. En om de geest definitief te verdrijven werd op deze plek bovendien een kapelletje gebouwd, de voorloper van de huidige Santa Maria del Popolo. En deze
maatregelen hebben geholpen, want daarna heeft niemand Neros geest ooit nog gezien. Het feit dat die
geest überhaupt nog kon rondspoken in de fantasie van de bijgelovige Romeinen, duidt er evenwel op dat Nero nooit officieel begraven is.
In de restanten van het mausoleum zijn marmeren platen met de namen van de leden van het Julisch-Claudische huis bewaard gebleven (grotendeels het
resultaat van een reconstructie uit de jaren 30 van de vorige eeuw), maar de enige, daadwerklijk bewaard gebleven grafsteen is die van Agrippina Maior, de moeder van
keizer Caligula. De steen bleef bewaard omdat hij in de Middeleeuwen werd gebruikt als maatstaf voor het wegen van granen. De grafsteen draagt de inscriptie:
OSSA AGRIPPINA F M AGRIPPA
DIVI AVG NEPTIS VXORIS GERMANICI
CAESARIS MATRIS C CAESARIS AVG
GERMANICI PRINCIPIS.
(De beenderen van Agrippina, dochter van Marcus Agrippa, kleindochter van de Goddelijke Augustus, echtgenote van Germanicus Caesar, moeder van prins Gaius Caesar
Augustus Germanicus).
Deze originele grafsteen kunnen we in het Tabularium op het Capitool zien.
Wat vermoedelijk het graf van Augustus was geweest, een Romeinse marmeren sarcofaag uit de derde eeuw n.C., die de roof van Proserpina afbeeldt en niet tot het
mausoleum behoorde omdat hij uit een latere periode dateert, werd in 1167 door keizer Frederik Barbarossa
naar Duitsland gebracht om er Karel de Grote plechtig in te begraven. Het
Heilige Roomse Rijk werd beschouwd als de natuurlijke opvolger van het West-Romeinse Rijk dat in 476 was gevallen. Karels sarcofaag werd later vervangen door het
gouden exemplaar dat we heden ten dage nog steeds in de Dom van Aken zien; de marmeren sarcofaag wordt nog steeds bewaard in de schatkamer van die zelfde Dom (verder
hieronder, links).
William Holman Hunt OM (* 2 april 1827 , 7 september 1910), Rienzi vowing to obtain justice for
the death of his young brother, slain in a skirmish between the
Colonna and the Orsini factions
De ruïne kwam vervolgens in handen van de genoemde familie Orsini en nadat in de vijftiende eeuw het bovendeel van het voormalige mausoleum in was gestort, stond Franciotto
Orsini in 1519 de eerste archeologische opgravingen toe, waarbij een van de twee obelisken, die in de oudheid de ingang van het mausoleum hadden geflankeerd (zie
de rechter afbeelding boven: een reconstructietekening door de Italiaanse architect Luigi Canina), werd gevonden. Vele jaren later werd ook de andere obelisk gevonden. Beide,
circa 14½ meter hoge obelisken waren overigens niet wat tegenwoordig roofkunst wordt genoemd (zoals acht andere obelisken die vanuit Egypte naar Rome werden
gebracht dat wél waren), maar speciaal op verzoek en op kosten van Augustus in Egypte gehouwen; tegenwoordig staan ze op de Piazza del Quirinale (voor de residentie
van de president van de Repubblica Italiana resp. op de Piazza dellEsquilino (achter de Santa Maria Maggiore). Op dit punt is het misschien aardig
om te vermelden dat het bij dit mausoleum níét ging om een grafmonument op staatskosten: Augustus (die enkele eigen provincies bezat, die hij met de senaat deelde)
heeft het grafmonument in ieder geval pro forma op eigen kosten, op eigen grond en buiten de stadsmuren van Rome laten bouwen. Het park dat om het mausoleum heen werd
aangelegd heeft Augustus aan het volk van Rome geschonken.
Naast de ingang (aan de zuidzijde van het mausoleum) stonden twee pilasters, waarop bronzen platen waren aangebracht waarop de biografie van Keizer Augustus te lezen was.
Helaas zijn deze in de Middeleeuwen verloren gegaan, maar gelukkig bevonden zich twee kopieën van deze Res gestae Divi Augusti op een wand van de Tempel van Roma en
Augustus (Turks: Augustus Tapınağı) in Ancyra, het huidige Ankara: in de pronaos in het Latijn, op de buitenwand van de cella in het Grieks; ze zijn
na de dood van Augustus in 14 n.C. aangebracht op de tempel die van 25 tot 20 v.C. dateert. De Latijnse versie van de inscriptie heeft men vervolgens wederom gekopieerd en op
de zijwand van het huidige museum van de Ara Pacis in Rome aangebracht.
Niet veel later nam de familie Soderini de ruïne in bezit en maakte van het middendeel een soort hangende tuinen, die versierd waren met standbeelden en andere overblijfselen
uit de Oudheid. Hoe het monument er vanaf 1546 (onder de Soderini) uitzag, is te zien op de rechter afbeelding hieronder, in 1575 gemaakt door de Frans-Italiaanse tekenaar
Étienne Dupérac, ook wel Stefano Du Perac genoemd: I vestigi dellantichità di Roma raccolti et ritratti in perspettiva.
Ruim twee eeuwen lang bleven de diverse Romeinse families eindelijk eens met hun tengels van het voormalige mausoleum af, tot het in 1751 eigendom werd van markies Benedetto
Correa de Sylva, die van Portugese afkomst was. Deze liet het bovendeel verbouwen tot een amfitheater - het zogeheten Teatro Correa - dat naar goed oud
Iberisch gebruik tot in de negentiende eeuw in gebruik bleef als arena voor stierengevechten. Na een tijdje in gebruik te zijn geweest als hospice voor behoeftige oude dames
werd het theater begin twintigste eeuw verbouwd tot een zaal voor toneelvoorstellingen en allerhande spektakels. Het gebouw kreeg een koepel van glas en ijzer; vanaf 1908 tot
1936 was het een bekende concertzaal met de naam Auditorio Augusteo, een ronde zaal met een capaciteit van 3.500 man. Deze was de thuisbasis van de befaamde Accademia
Nazionale di Santa Cecilia (zie de afbeelding links hieronder).
In het kader van een grootschalige herinrichting van het plein met enkele imposante fascistische gebouwen eromheen (Piazza Imperatore Augusto) liet de Italiaanse
dictator Benito Mussolini (voluit: Benito Amilcare Andrea Mussolini, * 29 juli 1883 , 28 april 1945; zijn officiële functie van 31 oktober 1922 tot 25 juli 1943 was:
Voorzitter van de Raad van Ministers van het Koninkrijk Italië), die zichzelf als een nieuwe keizer Augustus zag, het Imperium Romanum in al zijn eer en
glorie wilde laten herleven - uiteraard onder zijn leiding - en daarom dol was op archeologie, de concertzaal afbreken om zodoende te kunnen beginnen met restauratiewerkzaamheden
aan het mausoleum. Naar verluidt wilde de kleine man, nog steeds in zijn rol als nieuwe Augustus, zelf ook in het gerestaureerde mausoleum begraven worden.
Latijnse inscriptie, geflankeerd door twee engeltjes (?) met een omgekeerde fasces in hun handen, op een van de fascistische gebouwen op de Piazza Imperatore Augusto. In het kielzog van het hernieuwde Romeinse Rijk herleefde in het Italië van de jaren 20 t/m 40 ook de belangstelling voor de mooie taal van dit imperium. Er werden meer dan in de eeuw ervoor Latijnse gedichten en zelfs complete epen in de stijl van Vergilius (* 15 oktober 70 , 21 september 19 v.C.) geschreven! 😍 |
Terug naar de Romereis 2024. |
Naar de opdrachten bij de Ara Pacis. |
Naar de Situs Educationis Classicae Cultaeque. |
Naar de Situs Classicus. |