SITVS ERVDITIONIS CLASSICAE CVLTAEQVE


Piazza di Spagna | De Spaanse Trappen



Voor de afwisseling een uiterst vreedzaam gezelschap uit Rotterdam vóór de Spaanse Trappen.

De Spaanse Trappen werden in 1725 door Francesco de Sanctis (* 1679 , † 1731) aangelegd en bestaan uit 120 treden; veel tijd om die treden te tellen hebben we niet, want dit is het trefpunt van alle Romeinen en toeristen, in dit jaargetijde vooral bestaande uit Nederlandse scholen, dus we hebben vanavond wel wat anders te doen... De naam is ontleend aan de Spaanse ambassade op het plein vóór de trappen: de Piazza di Spagna bestaat uit twee driehoeken; door de aanwezigheid van het Spaanse gezantschap bij de Heilige Stoel in het Palazzo di Spagna werd de ruimte tussen de Via dei Condotti, de Via del Corso en de Via della Mercede toen Spaans grondgebied. Buitenlanders die ’s nachts per ongeluk dit terrein betraden, werden nog weleens voor het Spaanse leger geronseld. Maar de Fransen, die het gebied rondom het klooster van de Santa Trinità dei Monti in bezit hadden, wilden het recht hebben over de Piazza di Spagna te lopen en noemden een stuk van het plein Piazza di Francia. Zo ontstond de rivaliteit tussen Fransen en Spanjaarden, die zich gek genoeg uitte in overdadige feesten. Ter ere van de verjaardag van de Spaanse koningin werd het plein in 1681 versierd met kartonnen decors. De Fransen wilden niet achterblijven en ter gelegenheid van de herroeping van het Edict van Nantes in 1685 (een edict van koning Hendrik IV/ van Frankrijk, waarbij de hugenoten het recht verwierven op de uitoefening van hun geloof) plaatsten zij overal op de heuvel kandelabers en schoten zij van de versierde Santa Trinità dei Monti vuurwerk af dat de hele stad verlichtte.

Onderaan de trappen vinden we de Fontana della Barcaccia; kort voor 1626, het jaar waarin de fontein werd gebouwd door Pietro Bernini (* 1562 , † 1629, de vader van Gian Lorenzo (* 1598 , † 1680), die we op deze reis al zo vaak zijn tegengekomen), had een overstroming van de Tiber half Rome onder water gezet en een bark (Italiaans: barcaccia) tot aan dit punt gedreven. De fontein stelt een half zinkende boot voor, die is versierd met de zonnen en de bijen uit het wapen van de familie van paus
Urbanus VIII. Op 19 februari was de fontein even wereldnieuws, toen Feyenoord-hooligans de net gerestaureerde fontein belaagden; in de aanloop naar de Europa League-wedstrijd AS Roma - Feyenoord richtten rellende fans vernielingen aan in de binnenstad van Rome. Volgens burgemeester Ignazio Marino (* 1955) was er onuitwisbare schade vastgesteld aan de Barcaccia-fontein. De totale schade die de „fans” hebben aangericht, zou volgens deze socialistische burgemeester, die een paar maanden na dit voorval wegens corruptie afgezet zou worden, in de miljoenen lopen. Maar volgens voormalig Staatssecretaris van Cultuur Vittorio Sgarbi (* 1952) was dat zwaar overdreven; in de Italiaanse krant Corriere della Sera zei hij dat de schade aan de fontein wel meeviel: „Die beschadigingen zijn zo te herstellen. Het herstel kost hooguit 2000 euro. Dat betaal ik desnoods zelf wel.”


Volgens de als altijd zeer goed ingevoerde website De Speld moeten we de oorzaken van de beschadigingen niet zoeken in het voetbal, maar in de ingeboren afkeer van Feyenoord-hooligans voor barok. 😏


Vernielen mag natuurlijk nooit en al helemaal geen kunstwerken, maar je kunt de schade natuurlijk ook overdrijven ...



Vuurwerk in de kleuren van de stad Rotterdam.


De werkelijke schade: een deel van de rand van de eigenlijke fontein in La Barcaccia was afgebroken. En een zee van rode en witte ballonnen en bierflesjes, maar het opruimen daarvan kostte ook echt geen miljoenen.


Uiteindelijk zijn er drie hooligans veroordeeld voor de vernielingen; wat en hoeveel zij moesten betalen, weten we niet, maar een even onverwacht als positief neveneffect was dat diverse organisaties crowdfundingsacties op touw zetten. Van de opbrengst van een daarvan, „Wij zijn Romeinen” van in Rome woonachtige Nederlanders, kon de al jarenlang zieltogende Fontana dei Libri („Boekenfontein”) uit 1927 van Pietro Lombardi (* 1894 , † 1984) in de Via degli Stradari (tussen het Pantheon en Piazza Navona) eindelijk gerestaureerd worden. Het is nog maar de vraag of de actie van vernielzuchtige „klimaatactivisten”, die in maart 2023 zwarte verf in het water van de fontein smeten, ook een dergelijk positief neveneffect heeft gehad; ik ben eigenlijk bang van niet ...

Onderaan de Spaanse Trappen, in het huis op nummer 26, stierf de Engelse dichter John Keats (* 1795) in 1821. In zijn vroegere woonvertrekken worden brieven, manuscripten en documenten van hem bewaard, evenals van andere Britse romantici als Perce Bysshe Shelley (* 1792 , † 1822) en Lord Byron (d.i. George gordon Byron, * 1788 , † 1824). In de hal hangen portretten van Keats en zijn tijdgenoten, gemaakt door schilders uit die tijd. Een aardige bijkomstigheid is dat het huis werd ontworpen door Francesco de Sanctis, de architect van de Spaanse Trappen. Keats en Shelley liggen trouwens beiden begraven op het Cimitero Acattolico in Rome, achter de piramide van Caius Cestius Epulo († 12 v.C.), waar we morgen langs zullen komen.
Op Piazza di Spagna nummer 31 woonde van 1947 tot 1978 de Grieks-Italiaanse schilder Giorgio De Chirico (* 1888 , † 1978), grondlegger van de pittura metafisica (de „metafysische schilderkunst”); zijn weduwe, Isabella Far, richtte in de jaren ’80 een stichting op die van het huis een museum maakte.

De trap, in het Italiaans Scalinata della Trinità dei Monti geheten, werd zoals gezegd tussen 1723 en 1726 door Francesco de Sanctis gebouwd, naar een ontwerp van Alessandro Specchi (* 1668 , † 1729), een leerling van Carlo Fontana (* 1638 , † 1714), en heeft met zijn perspectief en trompe-l’oeil nog barokke elementen.
Onder aan de trap staan de adelaars uit het wapen van Innocentius XIII naast de Franse leliën afgebeeld en herinneren aan de verbeten diplomatieke strijd tussen de Heilige Stoel en Frankrijk, die aan de bouw voorafging.
Al in de 17e eeuw bestond het plan een trap te bouwen die de Santa Trinità dei Monti met de Piazza di Spagna moest verbinden. De Franse gezant Étienne Gueffier (* 1573 , † 1660) schonk hiervoor zelfs 10.000 daalders. Ook wilde kardinaal Mazarin (* 1602 , † 1661) deze trap tot het symbool maken van de glorie van de Franse monarchie in Rome. Er kwam een groots ontwerp met een ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV. Maar om op een dergelijke manier een Franse monarch te eren in de stad van de paus ging de Romeinen toch echt te ver, waardoor het plan op verzet stuitte van Alexander VII. Hoewel Mazarin in 1661 stierf en ook de paus in 1667 overleed, kwam er geen einde aan het geschil. Uiteindelijk werd het pleit beslecht door Innocentius XIII. Deze stemde in met de Italiaanse architect De Sanctis, die door de Fransen was voorgesteld. Als tegenprestatie lieten zij hun idee van het ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV varen. Onderaan de trap staan nu aan beide zijden twee bollen met op de buitenste de Franse lelies en de binnenste de adelaars uit het wapen van Innocentius. De architect ontwierp een serie trappen met golvende leuningen en talrijke terrassen ertussen, waardoor de trap nog hoger lijkt, een sierlijk en groots geheel. De trappen bestaan uit 138 treden en drie terrassen, een duidelijke verwijzing naar de kerk Santa Trinità dei Monti (Trinità betekent Drieëenheid) aan de top ervan; het bovenste terras biedt een mooi uitzicht op de stad. Over uitzicht gesproken: de paters van deze kerk klaagden vóór de aanleg van de trappen steen en been dat veel stelletjes „onwelvoeglijkheden” pleegden in de bosschages op de helling en zij waren De Sanctis maar wát dankbaar dat zij nu het vrij zicht hadden over de gehele trap.
Geschiedenis kan soms wreed zijn: hoewel de Fransen de bouw dus grotendeels hebben bekostigd en de Trappen naar de Franse kerk Santa Trinità dei Monti leiden, associeerden de inwoners van Rome ze toch vooral met het afdalen naar de Spaanse ambassade en noemden de trappen derhalve Spaanse Trappen i.p.v. Franse Trappen en die naam dragen ze nog steeds.
De Trappen vormen het enige grote rococomonument in Rome. De asymmetrische trappenpartij zou je misschien eerder verwachten in een operagebouw of paleis dan in de open lucht. Hoewel De Santis prat ging op het efficiënte afvoerstelsel waardoor de trap, zelfs bij een wolkbreuk, niet onder water komt te staan, stortte drie jaar na de voltooiing het bovenste deel van de trap in als gevolg van extreem zware regenval in combinatie met ondeugdelijk bouwwerk. De Spaanse Trappen betekenden zodoende het einde van De Sanctis’ carrière, want hoewel de schade snel hersteld werd en de ramp niet geheel (of geheel niet?) zijn schuld was, kreeg hij toch geen opdrachten meer. In opdracht van paus Pius VI werd in 1789 een obelisk in Egyptische stijl op de Piazza della Trinità dei Monti geplaatst, die afkomstig was uit de antieke tuinen van Sallustius.

Tegenwoordig zijn de trappen, zoals we weten, een geliefd trefpunt van buitenlandse scholen die op schoolreis in Rome zijn, maar dat is niet altijd zo geweest. In de negentiende eeuw, toen er nog geen schoolreisjes naar Rome waren, maar wel individuele toeristen, was vooral de voet van de trap de verzamelplek waar kunstenaarsmodellen en zij die wat wilden worden de aandacht van toeristen met artistieke pretenties trachtten te trekken. Het leverde hun denigrerend commentaar op van de Amerikaanse schrijver Henry James (* 1843 , † 1916), „... all vanished eyes and daggered hair and swathed legs and peaked hats”, en zijn Nederlandse collega Conrad Busken Huet (* 1826 , † 1886), „gespuis, waaronder nog weinige jaren geleden schilders hunne levende modellen kwamen kiezen”. Van de negentiende-eeuwse schrijvers die Rome bezochten, was eigenlijk alleen Charles Dickens (* 1812 , † 1870) positief over deze modellen, die hij „mightily amusing” vond. In de jaren zestig van de twintigste eeuw nog zag de Nederlandse auteur Leo Van Egeraat (* 1923 , † 1991), auteur van onder meer de beroemde, leerzame en bovenal amusante „Een gids voor Rome” er existentialisten zitten, „... te herkennen aan hun onverzorgde baard; zij zijn nooit om een gesprek en altijd om geld verlegen.” Zo te zien mogen we blij zijn dat we in het heden leven, want we geven toch de voorkeur aan schoolklassen! Al denkt het gemeentebestuur van Rome daar wellicht anders over: een jaar of wat geleden werd het bezoekers verboden om op de trappen te zitten. De politieagenten hebben het er maar druk mee om „onverlaten”, die het halsmisdrijf begaan om op een trede te gaan zitten, met hondenfluitjes van de trappen af te sommeren. Maar misschien is er inmiddels een nieuw stadsbestuur, is het nieuwe ervan af of is dat gedoe met die fluitjes domweg te inspannend, maar de laatste paar jaar zie je af en toe weer zittende mensen tegen wie de agenten en agentes niet in actie komen ...


Ik moet bekennen dat de Santa Trinità dei Monti van binnen niet echt de moeite waard is.


Een meter of honderd rechts van de kerk ligt het Palazzetto Zuccari, het huis waar de Italiaanse schilder Federico Zuccari (* ± 1540/1541 , † 1609) woonde. De deuren ramen zijn gewoon grappig.




Terug naar de Romereis 2024.

Naar de Situs Educationis Classicae Cultaeque.
Naar de Situs Classicus.


Google
www op deze website