SITVS ERVDITIONIS CLASSICAE CVLTAEQVE
Santi Quattro Coronati | Vier Heiligen met de Kronen
Plattegrond van de Santi Quattro Coronati |
De kerk (8, 9 en 10) ligt in een versterkt twaalfde-eeuws klooster (aan het eind van de tweede binnenplaats, 6), dat deel uitmaakte van een vesting die het Lateraan, de
residentie van de paus, moest beschermen tegen mogelijke aanvallen van de adellijke families vanuit hun burchten op de Palatijn en in het Colosseum. De klokkentoren boven
de poort (2) is een voormalige verdedigingstoren. Daarachter liggen twee door muren omgeven binnenplaatsen van het klooster, dat eens aan pausen en heersers bescherming
bood en tegenwoordig door de Zusters der Barmhartigheid geleid wordt. De ontwikkeling van de grote stad ging aan het tegen een helling van de Caelius gelegen klooster
voorbij, waardoor het zijn middeleeuwse sfeer heeft behouden. |
Onder het portaal tussen de twee binnenplaatsen voor de kerk ligt de Cappella di San Silvestro (5); deze kapel uit de 13e eeuw bezit een wonderlijke verzameling frescos
in een zeer ongekunstelde stijl. De zeer interessante fresco-cyclus van 1246 beeldt de geschiedenis van keizer
Constantijn en paus Silvester I uit. In de
bovenste zone boven de deur is de tronende Christus te zien, geflankeerd door Maria, Johannes de Doper en de apostelen. In de onderste strook de uitbeelding in taferelen:
Constantijn heeft lepra gekregen en troost de bezorgde moeders; in een droom verschijnen Petrus en Paulus aan
hem; Constantijn stuurt boden naar paus Silvester; op de berg Soracte wacht de paus de boden af; Silvester laat Constantijn de afbeeldingen van de apostelen aanbidden; de
doop geneest de keizer van de lepra; Constantijn schenkt Silvester het pauselijke diadeem en een schimmel; de keizer voert Silvester als heerser naar Rome.
De vertelling is gebaseerd op een legende, want Constantijn liet zich pas kort voor zijn dood dopen. Maar deze legende over de eerste christelijke keizer, die het
christendom verhief tot Romeinse staatsgodsdienst en zich zeer inzette voor de bouw van kerken, was van elementaire betekenis voor de opvatting die de pausen hadden
aangaande hun eigen positie, die ze boven die van de wereldlijke heerser stelden. Met de overhandiging van het keizerlijke diadeem, voorgesteld in de vorm van de
middeleeuwse tiara, wordt een toespeling gemaakt op de zgn. schenking van Constantijn (constitutum Constantini). Volgens een vervalst document uit de
achtste eeuw heeft Constantijn na zijn genezing en doop zijn ambtstekenen en het West-Romeinse Imperium vermaakt aan paus Silvester en zich in Constantinopel teruggetrokken.
De tekst, waarvan men in de 15e eeuw inzag dat het een vervalsing was, luidt: Het is niet passend dat een wereldlijk keizer daar heerst, waar het vorstendom der
priesters en het hoofd der religie van een hemelse keizer hun zetel hebben ontvangen. Het document legde tevens het primaat van de bisschop van Rome vast, verklaarde
de Salvatorkerk bij het Lateraan tot hoofdkerk der christenheid en het paleis in het Lateraan tot zetel der pausen. Doorslaggevend was evenwel de aanspraak op de pauselijke
opperheerschappij over de wereldlijke heersers in Europa: dit wordt vooral duidelijk in het laatste tafereel, waarin de paus te paard zit, maar de keizer te voet is en het
paard van Silvester naar Rome begeleidt. Deze rosdienst van Constantijn gaf het voorbeeld voor het pauselijk ceremonieel. Het is kenmerkend dat deze cyclus
ontstond in de tijd dat Friedrich II aanspraak liet gelden op de kerkelijke staat.
Daar tegenover is de Ontdekking van het H. kruis door keizerin Helena (voluit: Flavia Julia Helena (Augusta), Helena van Constantinopel of Sint-Helena, * ± 248 ,
± 329; zij was de moeder van Constantijn I de Grote) afgebeeld. Een inleidend tafereel laat het wonder met de stier zien, dat voortkwam uit een dispuut tussen
Joodse leraren en Silvester in het bijzijn van de keizer en zijn het Joodse geloof aanhangende moeder Helena. Na een tot niets leidend theologisch debat bewees een Joods
magiër de macht van zijn god door een wilde stier iets in het oor te fluisteren dat de naam van God moest zijn, waarop de stier loeide en stierf. Silvester legde uit dat de
naam van de duivel alleen maar kon doden, maar dat de naam Gods doodde en weer levend maakte. De magiër kon het dier niet meer tot leven wekken, maar de paus wel. Hij
fluisterde de stier de naam van Jezus in het oor, waarop het dier opstond en verder kalm en tam was. Onder de indruk gekomen ging Helena over tot het christelijke geloof,
trok naar het Heilige Land en zocht naar het kruis van Christus. Qua stijl maken de frescos vanuit een modern standpunt bezien een wat stijve indruk, omdat in
verhalende taferelen het ontbreken van perspectief sterk opvalt. Het ging de kunstenaars van die tijd echter alleen om de duidelijkheid van het verhaal, niet om een exacte
weergave van de natuur. Het nu primitief lijkende schilderwerk komt dus geenszins voort uit onvermogen.
Deze kapel (ook wel Oratorium van Sint-Silvester genoemd) is voor de meeste mensen reden om deze kerk te bezoeken. Wij komen hier echter vooral om even uit te rusten van
deze eerste, vermoeiende dag in Rome en alle opgedane indrukken te verwerken, Dat doen wij mijmerend in de kloostergang (12), volgens kenners een van de meest sfeervolle
monumenten van Rome.
De kleine, door dubbele zuiltjes gedragen bogen werden aan het begin van de 13e eeuw gebouwd. De bladkapitelen behoren in Rome tot de vroegste van hun soort. In het midden
staat een fontein die is gemaakt van een waskuip uit de tijd van Paschalis II.
Tot slot wil ik jullie een met deze plek verbonden legende, die in de dertiende eeuw opdook, niet onthouden.
Paus Leo IV stierf op 17 juli 855 en werd opgevolgd door Benedictus III. Maar volgens
enkele complotdenkers zou Leo IV al eerder zijn gestorven of zou Benedictus III een fictief persoon zijn geweest. Een in Mainz uit Engelse ouders geboren jongedame, een
zekere Johanna, besloot zich als man voor te doen om zo een kerkelijke carrière op te bouwen. Die carrière zou haar al snel - onder de naam Johannes VIII - op de troon van
Sint-Petrus hebben gebracht. Een dergelijke middeleeuwse demonstratie van gendergelijkheid moest natuurlijk wel in een tragedie eindigen: bij het bestijgen van een paard
tijdens een processie zou zij, vlak achter de Santi Quattro Coronati, van een baby zijn bevallen. De zogenaamde pausin Johanna zou vervolgens door de woedende
menigte ter dood zijn gebracht door steniging.
Deze legende, die als eerste door Anastasius Bibliothecaris (* ± 810 , 878/800; onder de naam Anastasius
III tegenpaus van 855 tot 869) zou zijn bedacht om de legitimiteit van de echte paus Benedictus III te ondergraven, zou door de eeuwen heen aanleiding hebben gegeven tot
de traditie dat aan het eind van elk volgend conclaaf de geslachtsdelen van de nieuw gekozen paus werden gevoeld om zijn mannelijkheid te verifiëren. Van tijd tot tijd
dook de legende weer op, zoals tijdens de reformatie, om de katholieke kerk in een kwaad daglicht te stellen. In Nederland zelfs nog in 1843, waar de legende werd
verdedigd door de Leidse hoogleraar N. C. Kist, hetgeen al snel weerlegd werd. Ach, het is een grappig verhaal dat de aanleiding is geweest tot diverse romans en zelfs films,
maar al met al niet echt geloofwaardig.
Terug naar de Romereis 2024. |
Naar de Situs Educationis Classicae Cultaeque. |
Naar de Situs Classicus. |