SITVS ERVDITIONIS CLASSICAE CVLTAEQVE
Il Vesuvio | De Vesuvius
Vulkanen komen niet alleen op aarde voor, maar ook op andere planeten en satellieten daarvan. Onder een vulkaan - de naam is afgeleid van de Romeinse god van het vuur, Vulcanus -
verstaan we een geologische structuur, heel vaak in de vorm van een berg, waardoor magma uit de mantel het oppervlak van een planeet kan bereiken. Wanneer dit magma onder hoge
druk en met hoge temperatuur de oppervlakte bereikt, wordt dat een eruptie genoemd.
Afbeelding 1: |
* | Schildvulkanen zijn gevormd door laag-visceuze oftewel minder stroperige lava die ver kan uitstromen, waardoor de vulkanen een brede basis en langzaam oplopende, flauwe hellingen hebben. De grootste vulkanen op aarde zijn van dit type, zoals de Mauna Loa op Hawaï met een doorsnede van 120 km, maar ook de hoogste berg in ons zonnestelsel, de Olympus Mons op Mars met een hoogte van 24 kilometer en een doorsnede van 500 kilometer is een schildvulkaan. |
* | Een tweede soort vulkanen, kegelvulkanen, ontstaat als gruis, puin en (veelal kleine) rotsblokken die door de vulkanische opening worden uitgeworpen, zich daaromheen ophopen, waardoor er een kegel met in het midden een krater ontstaat. Hiervan is de Hverfell op IJsland een voorbeeld. |
* | De meest bekende en spectaculaire vulkanen op aarde zijn zogeheten stratovulkanen. De naam is afgeleid van stratum, Latijn voor laag. Een stratovulkaan bestaat uit een afwisseling van lagen as en lava, die in de twee stadia van een uitbarsting van dit type vulkaan worden gevormd. De lava die uit dit type vulkaan komt, is veel stroperiger (visceuzer) van samenstelling en taaier dan de lava die geproduceerd wordt door schildvulkanen. Daardoor kan de lava niet ver uitstromen. De lava hoopt zich als het ware op, waardoor de vulkaan heel steile wanden heeft. Doordat de uitbarstingen een periode van drukopbouw nodig hebben, barsten stratovulkanen niet vaak, maar wel regelmatig uit. Ook de Vesuvius, die wij vandaag gaan beklimmen, is zon stratovulkaan. Andere bekende stratovulkanen zijn de Ararat (Turkije), de Chimborazo (Ecuador), de Colima (Mexico), de Etna (Sicilië, Italië), de Fuji (Japan), de Gunung Agung (Bali, Indonesië), de Hekla (IJsland), de Kilimanjaro (Tanzania), de Krakatau (tussen Java en Sumatra, Indonesië), de Mount Erebus (Antarctica), de Mount Pelée (Martinique), de Mount Saint Helens (Verenigde Staten), de Mount Scenery (Saba, vanaf 2010 - toen Saba een Nederlandse gemeente werd - het hoogste punt van Nederland!), de Pico del Teide (Tenerife, Canarische Eilanden, Spanje), de Pinatubo (Filippijnen), de Popocatépetl (Mexico), de Snaefelljökull (IJsland), de Eyjafjallajökull (IJsland) en de Tambora (Soembawa, Indonesië). Omdat veel stratovulkanen relatief kort geleden zijn uitgebarsten - de Mount Erebus nog in 2006, de Eyjafjallajökull in 2010 en de Etna in 2023 - kunnen wij ons door moderne onderzoekingen en vergelijkingen een aardig beeld vormen van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.C. Zo ontplofte de top van de Mount Saint Helens op 18 mei 1980 met een kracht die gelijk staat aan vijfhonderd maal de atoombom op Hiroshima, waardoor de complete top van de berg in één klap 400 meter lager werd. De ontploffing van de Krakatau op 27 augustus 1883 zorgde niet alleen voor een tsunami, maar ook voor zoveel stof in de atmosfeer dat de gemiddelde temperatuur op aarde het jaar erna met 1,2 graad daalde, omdat de zonnestralen moeite hadden het aardoppervlak te bereiken! Hiermee vergelijkbaar is de grootste vulkaanuitbarsting in de geschiedenis van de mensheid, die van de Tambora in 1815. Deze vulkaanuitbarsting beïnvloedde het weer wereldwijd, en veroorzaakte hongersnoden door mislukte oogsten tot in Europa en Canada, waar het jaar 1816 bekend kwam te staan als het jaar zonder zomer. Er bestaat zelfs een theorie dat de nederlaag van Napoleon in Waterloo (1815) deels te wijten is aan de uitbarsting van de Tambora: de grote hoeveelheden as in de atmosfeer zouden in 1815 wereldwijd hebben geleid tot klimaatveranderingen, waaronder zware regenval tijdens de slag om Waterloo, zodat de artillerie van Napoleon vastliep in de modder en niet tijdig kon worden ingezet. |
* | Het laatste type vulkanen wordt gevormd door de supervulkanen: vulkanen die weinig reliëf hebben en vaak voorkomen als kloven of gaten in het landschap. Over een periode van een miljoen jaar barsten ze maar 1 à 2 keer uit, maar stoten daarbij wel enorme hoeveelheden as en stof uit (meer dan 2500 km³). Voorbeelden zijn de Toba (Sumatra, Indonesië), de Yellowstone-caldera (Verenigde Staten) en de Campi Flegrei (ten noordwesten van Napels, met de Solfatara als bekendste vulkaan in de caldera van deze supervulkaan), maar misschien is ook de vulkaan onder het Griekse eiland Santorini in staat tot superuitbarstingen: deze barstte in elk geval tussen 1627 en 1600 v.C. uit en zorgde voor tsunamis en aswolken, die tot in Egypte reikten; de vuurkolom van deze vulkaan zou volgens sommigen dezelfde zijn als die die Mozes in de woestijn zag, terwijl de duisternis en het water dat ondrinkbaar werd - twee van de plagen die Egypte volgens de Bijbel troffen - een direct gevolg zouden zijn van de aswolk van de Thera-eruptie. La Garita Caldera tenslotte is de krater van een grote dode vulkaan in het zuidwesten van Colorado in de Verenigde Staten: deze barstte 27,8 miljoen jaar geleden uit en wierp toen naar schatting meer dan 5000 km³ vulkanisch gesteente uit, waardoor La Garita Caldera aanspraak mag maken op de titel grootste vulkaan ter wereld. |
- | Buiten deze vier types vulkanen komen er, met name op IJsland, ook zogeheten spleetuitbarstingen voor, die onlangs nog in het nieuws waren, zoals de Litli-Hrutur (eruptie op 10 juli 2023), de Sundhnukagigar (op 18 december 2023) en de Hagafell (op 8 februari 2024), alle op het schiereiland Reikjanes in de buurt van de plaats Grindavík. Men noemt deze ook wel spleetvulkanen. Vooruit: een vijfde vulkaantype dus. |
Afbeelding 2: |
Afbeelding 3: |
Afbeelding 4: |
Afbeelding 5: |
Afbeelding 6: |
Afbeelding 7: |
Plinius groet zijn vriend Tacitus, |
Afbeelding 8: |
Plinius groet zijn vriend Tacitus, |
Afbeelding 9: |
Afbeelding 10: |
Afbeelding 11: |
[1] |
De laatste tijd zijn er steeds meer aanwijzingen dat de beroemde eruptie niet in augustus,
maar in oktober 79 n.C. plaatsvond. Zou Plinius zich - hij schreef zijn brieven zon dertig jaar na de uitbarsting - vergist hebben? Of zouden de Middeleeuwse kopiisten
een foutje hebben gemaakt bij het overschrijven? In Herculaneum en Oplontis zijn bijvoorbeeld wél echte menselijke resten gevonden; de sporen van kledingstukken die zij droegen,
wijzen op wollen kleding, geen zomers linnen zoals je eind augustus in Italië zou verwachten. Verder was al langer bekend dat er grote hoeveelheden herfstvruchten gevonden zijn.
Dit alles zouden de mensen die Plinius op zn woord geloven eventueel nog kunnen verklaren: wie zn huis en stad uit vlucht, niet wetende of hij er nog ooit terug zal
keren - en zeker niet op korte termijn -, neemt, als hij zijn verstand gebruikt, warme kleding mee; (gedroogde) appels, pruimen en noten kun je lang bewaren. Maar in 2018 werd bij
recente opgravingen in Regio V een met houtskool aangebrachte inscriptie gevonden, die de datum 17 oktober aangeeft; houtskool blijft echt niet maandenlang bewaard in de
buitenlucht, dus de kans is groot dat de inscriptie een week voor de uitbarsting is aangebracht en dat wij onze aanname, gebaseerd op Plinius, moeten herzien. |
[2] | Zie noot 1. |
Naar de Situs Educationis Classicae Cultaeque. |
Naar de Situs Classicus. |